M3 H2 grammatica bijvoeglijke bepaling

NEDERLANDS

Lezen in je leesboek






Grammatica zinsdelen H3

timer
15:00
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

NEDERLANDS

Lezen in je leesboek






Grammatica zinsdelen H3

timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik les
  • Uitleg nieuwe theorie
  • Aan het werk


Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Waar hebben we het de afgelopen lessen over gehad?

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag

Doel

Aan het einde van de les heeft iedereen geoefend met de bijvoeglijke bepaling.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Bijvoeglijke bepaling (bijv.bep.)
  • Zegt iets over de kern  (zelfstandig naamwoord) van een zinsdeel
  • De bijvoeglijke bepaling is geen apart zinsdeel. Deze staat in hetzelfde zinsdeel als waar het zn staat.
  • De bijvoeglijke bepalingen kunnen zowel achter het zn staan als voor het zn.
  • Er kunnen meer bij.bep. bij één zn staan.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe vind je de bijv.bep.?

Stap 1. Noem alle zinsdelen (pv t/m bwb)

Stap 2. Zet strepen tussen de zinsdelen

Stap 3. Zoek de zinsdelen met een zelfstandig naamwoord

Stap 4. Noteer de extra informatie over het zelfstandig naamwoord in hetzelfde zinsdeel

Stap 5. Als er meer zelfstandige naamwoorden in het zinsdeel staan, is dat wat direct achter het eerste zn staat, de bijv.bep.

Slide 8 - Tekstslide

Grammatica H2 (blz. 65)
  • Maken opdracht 1 t/m 8

Klaar? Oefenboek

  • Blz. 11: 1 t/m 6




Slide 9 - Tekstslide

Die interessante excursie naar Den Haag is morgen.
Waar staat de bvb?
A
interessante, naar Den Haag
B
interessante, naar Den Haag, morgen

Slide 10 - Quizvraag

De oude ring van mijn moeder is teruggevonden
Waar staat de bvb?
A
oude
B
oude , van mijn moeder

Slide 11 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Een bijvoeglijke bepaling is een zinsdeel
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

1. Voetballers van Feyenoord voetballen het liefst op het veld in Rotterdam.
A
Zin 1 heeft een bijvoeglijke bepaling.
B
Zin 1 heeft twee bijvoeglijke bepalingen.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een bijvoeglijke bepaling?
A
Dat is een zinsdeel.
B
Het is geen zinsdeel, het is een woordsoort
C
Dat is een deel van een zinsdeel.
D
Een bijvoeglijke bepaling is hetzelfde als een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 14 - Quizvraag


Benoem de andere bijvoeglijke bepaling bij 'eiland'.

Op een klein eiland in de Atlantische Oceaan woont een Zweedse familie.
A
in de Atlantische Oceaan
B
in de Oceaan
C
Op een klein
D
in de Atlantische

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
De ijsblauwe zee in Noorwegen is bevroren.
A
'IJsblauwe' en 'in Noorwegen'
B
Bevroren
C
'IJsblauwe'
D
'In Noorwegen'

Slide 16 - Quizvraag