OSP - lesweek 4

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)

Fase: 3

Docenten: Fatine Bouchlaghem, Frank van Aken

Opening 

Doelen

• Je kunt een keus maken uit een aantal verschillende ordeningsmodellen om je eindopdracht te maken

Programma

Wat	Hoe lang
Opening van de les	10 minuten
Terugblik op vorige week	10 minuten
Nabespreken huiswerk	10 minuten
Theorie ordeningsmodellen	10 minuten
Opdracht ordeningsmodellen	25 minuten
Aan de slag met de eindopdracht	15 minuten
Evaluatie en afsluiting les	10 minuten

Terugblik op vorige week

Vorige week hebben we het gehad over eigen regie en SMART-doelen. Wat weet je er nog van?

Wat is zelfbeschikkingsrecht?

1. Het recht om te mogen stemmen
2. Het recht om zelf te bepalen wat je wil
3. Het recht om bezwaar aan te tekenen tegen iets dat je niet bevalt
4. Het recht om je mening te uiten

Geldproblemen, ruzie met je partner en stress op school zijn voorbeelden van

1. Draagkracht
2. Draaglast

Noem een voorbeeld van draagkracht

Het doel ‘Willem kan over een maand elke dag minimaal 2 ADL-activiteiten (algemene dagelijkse levensverrichting) uitvoeren’ is bijna SMART. Op welk punt is het doel NIET SMART?

1. Specifiek
2. Meetbaar
3. Acceptabel / Realistisch
4. Tijdsgeboden

Het huiswerk van vorige week was:
1. Werk aan stap 1 tot en met 4 van de eindopdracht
2. Lees uit het boek 'Methodisch begeleiden' thema's 1 , 4 en 7.

Wat heb jij hiervan gedaan?

1. Ik heb opdracht 1 gedaan
2. Ik heb opdracht 2 gedaan
3. Ik heb allebei de opdrachten gedaan
4. Ik heb geen opdrachten gedaan

Vragen naar aanleiding van leeswerk

Zijn er vragen naar aanleiding van het lezen van thema's 1, 4 of 7?

Klassengesprek
1) Wat verstaan jullie onder eigen regie?

2) voor wie geldt eigen regie?

3) Wanneer kan/mag je in Nederland eigen regie voeren

4) Waarom is eigen regie belangrijk denk je?

Theorie ordeningsmodellen

In de eerste les hebben we het kort gehad over ordeningsmodellen. Wat is daarvan blijven hangen?

Ordeningsmodellen

Om de beginsituatie van je client in kaart te brengen, gebruik je een ordeningsmodel. Een ordeningsmodel heeft als doel om de situatie van een client zo goed mogelijk in beeld te brengen. Drie belangrijke modellen zijn:

1. Model van de leefgebieden
2. Model van de ontwikkelingsgebieden
3. Model van de positieve gezondheid

Model van leefgebieden

Dit model ordent de informatie van je beginsituatie op basis van 7 leefgebieden. Zie de website van Movisie voor meer informatie: klik hier

1. Zingeving
2. Wonen
3. Financien
4. Sociale relaties
5. Lichamelijke gezondheid
6. Psychische gezondheid
7. Werk en activiteiten

Model van de ontwikkelingsgebieden

Het model van de ontwikkelingsgebieden ordent de informatie uit een beginsituatie onder de verschillende ontwikkelingsgebieden die er zijn:

• Lichamelijke ontwikkeling
• Geestelijke ontwikkeling
• Cognitieve ontwikkeling
• Sociale ontwikkeling
• Emotionele ontwikkeling
• Seksuele ontwikkeling

Model van de positieve gezondheid

Dit model ordent de informatie van je beginsituatie waarbij ze rekening houdt met wat mensen nog kunnen in plaats van wat ze niet (meer) kunnen. Het houdt rekening met 6 dimensies:

1. Lichaamsfuncties
2. Mentaal welbevinden
3. Meedoen
4. Zingeving
5. Dagelijks functioneren
6. Kwaliteit van leven

Opdracht ordeningsmodellen

Je hebt de keus uit twee opdrachten. Kies zelf de opdracht waar je aan wil zitten. Je gaat ongeveer 20 minuten aan de slag. De opdrachten mag je individueel of in groepjes (maximaal 4) doen

1. Je krijgt een casus van de docent. Je ordent de informatie uit de casus aan de hand van een ordeningsmodel. Je mag zelf kiezen welk ordeningsmodel je gebruikt
2. Je doet onderzoek naar de drie verschillende ordeningsmodellen. Benoem: de overeenkomsten, de verschillen en de dingen die je per ordeningsmodel opvallen. Bedenk ook welk ordeningsmodel je zou willen gebruiken voor de eindopdracht en waarom

Nabespreking

Neem een moment de tijd om na te denken over:

• Wat er ging goed ging
• Wat er lastig was
• Of er nog vragen zijn naar aanleiding van de ordeningsmodellen?

Hoe ver ben je met de eindopdracht?

Ik heb mijn beginsituatie, ondersteuningsvragen en doelen af -> ga bij A staan

Ik heb mijn beginsituatie gedeeltelijk af -> ga bij B staan

Ik ben nog niet begonnen -> Blijf zitten en ga individueel werken aan je eindopdracht

Evaluatie van de les

Pak je telefoon er even bij en scan de QR-code hiernaast

Huiswerk

• Werk aan stap 1 tot en met 5 van de eindopdracht
• Lees uit het boek 'Methodisch begeleiden' thema 5 (verschillende plannen)

Dank voor de aandacht!