Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4.4 zenuwstelsel
4.4 zenuwstelsel
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
4.4 zenuwstelsel
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen 4.4
Na de les beheerst de leerling de volgende leerdoelen:
- De leerling kan de onderdelen van het zenuwstelsel benoemen en hun functie uitleggen.
- De leerling kan de 3 soorten zenuwcellen onderscheiden en het verschil in werking uitleggen.
Slide 2 - Tekstslide
Zenuwstelsel
Centraal zenuwstelsel: hersenen en ruggenmerg
Slide 3 - Tekstslide
Hoe reageert je lichaam op een prikkel?
Zenuwstelsel:
Hersenen, Ruggenmerg en zenuwen
Zintuigen vangen prikkels op
zintuig zet prikkels om in berichten(impuls)
impuls gaan via zenuwen naar je hersenen
Impulsen worden in je hersenen verwekt tot gedachten
hersenen versturen weer via de zenuwen impulsen
Slide 4 - Tekstslide
Zenuwcel
De zenuwcel bestaat uit een cellichaam met een celkern.
Aan het cellichaam zit een lange uitloper waarover/ waardoor de impuls word verstuurd
Slide 5 - Tekstslide
Soorten zenuwcellen
Gevoelszenuwcellen
: Zijn verbonden aan zintuigen.
Hebben de celkern en cellichaam als een ballonnetje halverwege de uitloper, buiten het ruggenmerg
Schakelcellen
: Zitten in je ruggenmerg en verbinden de gevoel en bewegingscellen. Hebben geen lange uitlopers.
Bewegingszenuwcellen
: Verbinden het ruggenmerg met spieren of klieren. Hebben een lange uitloper, cellichaam in het ruggenmerg
Slide 6 - Tekstslide
Reageren en zenuwcellen
Gevoelszenuwcellen :
Zijn verbonden aan zintuigen.
Schakelcellen:
Zitten in je ruggenmerg en verbinden de gevoel en bewegingscellen
Bewegingszenuwcellen:
Verbinden het ruggenmerg met spieren of klieren.
Slide 7 - Tekstslide
Zenuwen
Drie soorten zenuwen:
Gevoelszenuw:
alleen uitlopers van
gevoelszenuwcellen
Bewegingszenuw:
alleen uitlopers van
bewegingszenuwcellen
Gemengde zenuw:
uitlopers van gevoelszenuwcellen
en bewegingszenuwcellen
Zenuwen
Zenuw
= bundel met lange uitlopers
van zenuwcellen.
Slide 8 - Tekstslide
Welke organen horen bij het zenuwstelsel?
Slide 9 - Open vraag
Waar bevindt zich het ruggenmerg?
Slide 10 - Open vraag
Hoe noemen we een verandering uit je omgeving waarop je reageert?
Slide 11 - Open vraag
Hoe heet het elektrische signaal dat door onze zenuwen wordt geleid?
Slide 12 - Open vraag
Welke soort zenuwcel is verbonden met een zintuig?
A
gevoelszenuwcel
B
schakelzenuwcel
C
bewegingszenuwcel
Slide 13 - Quizvraag
Welke soort zenuwcel geleidt impulsen van de hersenen naar de spieren?
A
gevoelszenuwcel
B
schakelzenuwcel
C
bewegingszenuwcel
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
-->
-->
-->
-->
-->
-->
Je bent je nu bewust van de prikkel
Je hersenen beslissen hoe je op de prikkel gaat reageren
Je hersenen sturen berichten via de zenuwen
De berichten van je hersenen "vertellen" hoe je lichaam moet reageren.
Elk zintuig zet prikkels om in berichten. Deze berichten heten impulsen
Zenuwen brengen deze berichten naar je hersenen
Slide 15 - Sleepvraag
Aan het werk
Maak opdracht 1 t/m 15 op blz. 31 en 32
Slide 16 - Tekstslide
De hersenen
Slide 17 - Tekstslide
Leerdoelen
Kan je de verschillende onderdelen van de hersenen met hun functies benoemen
Kan je uitleggen hoe je hersenen veranderen als je leert
Kan je benoemen hoe je geheugen werkt
Kan je uitleggen welk effect sommige middelen op je hersenen hebben
Slide 18 - Tekstslide
Hersenen:
bestaat uit 3 delen
1. Grote hersenen:
Buitenkant geplooid (
hersenschors
), bestaat uit miljarden schakelcellen. Zorgen voor bewustwording. Delen hebben eigen taak (
hersencentrum
)
Elk zintuigen verbonden met een hersencentrum. Leggen verwerkte informatie vast =
geheugen
Slide 19 - Tekstslide
Hersenen:
bestaat uit 3 delen
2. Kleine hersenen:
Zorgen voor coordinatie van bewegingen en evenwicht.
Coordinatie
is in juiste volgorde samentrekken van spieren bij een beweging.
Verwerking informatie uit ogen en evenwichtszintuigen, sturen spieren aan
Slide 20 - Tekstslide
Hersenen:
bestaat uit 3 delen
3. Hersenstam:
Verbinding grote/kleine hersenen met het ruggemerg.
Centra voor
onbewuste processen
(hartslag, ademhaling).
Regelt
reflexen
(= onbewuste beweging)
Slide 21 - Tekstslide
Schuif de woorden naar de juiste plek
Grote hersenen
Kleine hersenen
Hersenstam
Ruggenmerg
Slide 22 - Sleepvraag
Verandering hersenen
Door leren ontstaan verbindingen.
Door veel herhaling worden de verbindingen sterker, daardoor gaan bijv. bewegingen bijna automatisch.
Verbindingen die je niet vaak gebruikt verdwijnen weer.
Slide 23 - Tekstslide
Geheugen: 2 soorten
1. Korte termijngeheugen:
Houdt informatie maximaal een half uur vast. Betreft informatie die je even nodig hebt en daarna weer kunt vergeten
Slide 24 - Tekstslide
Geheugen: 2 soorten
2. Lange termijngeheugen:
Herhaling van informatie vastgelegd, zenuwcellen krijgen vaste route (=geheugenspoor).
Geheugenspoor kan versterkt worden door informatie vaak te herhalen.
Slide 25 - Tekstslide
stoffen die invloed hebben op je hersenen
Drank:
je wordt vrijer/gemakkelijker. Minder controle over bewegingen. Geheugen en concentratie worden slechter.
Drugs:
verminderde concentratie, geheugen wordt slechter
Medicijnen:
soms traag en suf
Slide 26 - Tekstslide
wat gebeurt er tijdens het leren in de hersenen?
A
Het aantal zenuwcellen in de hersenen neemt af
B
Het aantal zenuwcellen in de hersenen neemt toe
C
Het aantal verbindingen tussen zenuwcellen neemt af
D
Het aantal verbindingen tussen zenuwcellen neemt toe
Slide 27 - Quizvraag
Je kent de weg naar school
A
langetermijngeheugen
B
kortetermijngeheugen
Slide 28 - Quizvraag
Je weet wat je vanmorgen gegeten hebt
A
langetermijngeheugen
B
kortetermijngeheugen
Slide 29 - Quizvraag
Je kijkt in de klas om te zien waar iedereen zit
A
langetermijngeheugen
B
kortetermijngeheugen
Slide 30 - Quizvraag
Je weet de naam van je Biologiedocent
A
langetermijngeheugen
B
kortetermijngeheugen
Slide 31 - Quizvraag
Aan het werk
Maak opdracht 16 t/m 28 op blz. 35 t/m 37
Slide 32 - Tekstslide
Dronken mensen kunnen niet meer recht lopen. Welk deel van de hersenen werkt dan slechter?
A
grote hersenen
B
kleine hersenen
C
hersenstam
D
ruggenmerg
Slide 33 - Quizvraag
Bij 'comazuipen' drinken mensen zo veel dat hun ademhaling ermee stopt. Welk deel van hun zenuwstelsel valt dan uit?
A
grote hersenen
B
kleine hersenen
C
hersenstam
D
ruggenmerg
Slide 34 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
5H Herh. 14.3 en 14.4 Zenuwstelsel dl1
November 2023
- Les met
41 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
14.4 Zenuwcellen herh 5H
November 2023
- Les met
41 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
4.4 zenuwstelsel verschillende zenuwcellen
Maart 2022
- Les met
10 slides
Biologie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
4.4 zenuwstelsel
Februari 2023
- Les met
33 slides
Biologie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Nectar 14.4 Zenuwstelsel dl2
Januari 2023
- Les met
27 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
13.1 dl2 + 13.2 Cellen in het zenuwstelsel
Juni 2022
- Les met
53 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
4.4 zenuwstelsel
Januari 2024
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
4.4 zenuwstelsel
Mei 2024
- Les met
44 slides
Biologie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3