Eerste les

Welkom!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  • Introductie van mijzelf en van jullie:)
  • Forgetting curve en context
  • Introductie vak economie
  • Mijn regels
  • Wat hebben we nodig
  • Het boek: Opbouw en lessen
  • Belangrijk
  • Basisrekenen!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom allemaal!

Economie 3e jaars

Mevrouw Dikmen 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The forgetting curve

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The forgetting curve
- Absentie kan voor problemen zorgen. Het tempo ligt hoog!
- Vergeten vs onthouden:


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Context? Wat is dat eigenlijk?
?

Slide 6 - Tekstslide

Context is de samenhang tussen woorden en zinnen. Woorden hebben vaak verschillende betekenissen, waarbij uit de gebeurtenis kan worden afgeleid welke betekenis een woord heeft.

Muis in verschillende contexten
* Mijn muis is kapot, ik kan niet meer scrollen. (Een manier om de computer te besturen.)
* Dat is me toch een grijze muis. (Een onopvallend persoon.)
* De muis die ik had gekocht is gisteren overleden. (Een grijs knaagdier.)

Knoop in verschillende contexten
* Die jongeman miste een knoop op zijn jasje. (Een verbindingsmiddel bij een kledingstuk.)
* Die plant begint een mooie knoop te krijgen. (Een verdikte plaats aan de stengel.)
* Die boot is heel langzaam, hij vaart met maar één knoop per uur. (Een snelheidseenheid gebruikt op de zeevaart.)

timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economie helemaal nieuw? 

Niet echt! 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan
bij economie?

Slide 9 - Woordweb

Geld (sparen en/of geld lenen)
Inkomen en uitgaven
Werk
Een eigen bedrijf
Omzet, kosten en winst
Beleggen
Verzekering
Een huis huren of kopen
(Internationale) handel
Al het nieuws (krant)
het buitenland
De overheid


Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Mijn regels
  • Wees op tijd
  • Telefoon in de telefoontas
  • Er is een iemand aan het woord
  • Eten en drinken doe je in de pauze
  • Vraag / opmerking = vinger omhoog

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we nodig?
  • Boek Pincode, economie, 6e editie 3 vwo of 3 havo
  • Schrift (ruitjes of lijntjes)
  • Lessonup: inlogcode voor je klas
  • Rekenmachine

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het boek: Opbouw
  • 4 paragraven per hoofdstuk
  • Economie in de praktijk
  • Samenvatting
  • Begrippen
  • Herhalingsopdrachten
  • Plusopdrachten
  • Rekenen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het boek: de lessen
  • In principe een paragraaf per les
  • Opbouw van toetsing en normering: PTO (wordt gekoppeld in SOM (studiewijzer)


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk! (bij toetsingen)
  • Antwoord altijd in hele zinnen ->  geef een (korte) conclusie
  • Schrijf altijd je berekeningen op.
  • Antwoord een meerkeuze vraag altijd met een hoofdletter.
  • Gebruik de juiste symbolen zoals: %, $, €
  • Rond antwoorden correct af. Mensen op gehele getallen, geld op twee decimalen, procenten op een decimaal en alle overige getallen op een decimaal. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de meest voorkomende bijbaan voor een 13 jarige jongen?
A
Vakkenvullen
B
Helpen op een boerderij
C
Oppassen
D
Krantenwijk

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe rond je het getal 5,49 correct af op een geheel getal?
A
5
B
5,50
C
5,5
D
6

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie krijgt er het meeste zakgeld?
A
Jeroen krijgt €5 euro per week
B
Niels krijgt € 20 per maand
C
Merel krijgt € 60 per kwartaal (een kwartaal duurt 3 maanden)

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitrekenen maand -> per jaar

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel korting krijg je wanneer je vier producten koopt en je slechts drie producten hoeft te betalen?
A
15%
B
20%
C
25%
D
33%

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een procent? 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een procent? 
1% = 1/100 = 0,01 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Procentberekeningen
A. Hoeveel is .... procent van ...?  (deel van geheel) 
B. Veranderingen
C. Vergelijkingen 
D. Van deel naar geheel
E. Het getal is meer of minder dan 100%

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Procentberekeningen
A. Hoeveel is 5 procent van 32.000? 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Procentberekeningen
A. Hoeveel is 5 procent van 32.000?  
  • Bereken 5% van 32.000 
  • 0,05 x 32.000 = 1.600

OF (deel van geheel) :
Procent = Deel/Geheel x 100%

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Procentberekeningen
B. Veranderingen 



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Procentberekeningen
B. Veranderingen 

  • Broodrooster stijgt in prijs van € 54 naar € 55,50. Hoeveel % is de prijs gestegen (verandering)? 



Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Procentberekeningen
B. Veranderingen 

  • Broodrooster stijgt in prijs van € 54 naar € 55,50. Hoeveel % is de prijs gestegen (verandering)? 
  • ((55,50-54)/55,50) x 100% = 2,7%



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formules
  • Deel van geheel:   

  • Van deel naar geheel: 

  • Van geheel naar deel: (percentage x geheel) / 100 =

  • Procentuele veranderingen: 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies