De macht van de media 7.2

Beinvloedingstheorieen 
Hoe groot is de invloed van media en hoe denkt de wetenschap over deze invloed? Vijf theorieen: 

1. Injectienjaaldtheorie
2. Multiple-step-flowtheorie
3. Media als betekenisverlener
4. Theorie van selectieve perceptie
5. Agendatheorie

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 11 min

Onderdelen in deze les

Beinvloedingstheorieen 
Hoe groot is de invloed van media en hoe denkt de wetenschap over deze invloed? Vijf theorieen: 

1. Injectienjaaldtheorie
2. Multiple-step-flowtheorie
3. Media als betekenisverlener
4. Theorie van selectieve perceptie
5. Agendatheorie

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- 7.2 behandelen
- We maken samen opdracht 10 en 11
-zelfstandig aan de slag met laatste opdrachten
- klaar? nakijken met nakijkboekjes, ook de rest van het hoofdstuk.

Slide 2 - Tekstslide

Pak je boek
- We maken samen opdracht 11
 -lees op blz 78 de injectienaaldtheorie, hoort deze bij A,B,C of D
-lees op blz 78 de Multiple-step-flow theorie, hoort deze bij A,B,C of D
-lees op blz 78 de theorie van de selectieve perceptie, hoort deze bij A,B,C of D
- lees op blz 79 de theorie van de agendatheorie, hoort deze bij A,B,C of D


-Daarna kijken we opdracht 10 na
- Zelfstandig aan de slag met opdrachten 12,13,14,15,16,17

Slide 3 - Tekstslide

Opdrachten:
Lezen H7
Opd. 12 / 13 / 14 / 15 / 16 / 17 
Begrippen: injectienaald theorie t/m agendatheorie 
Klaar? Nakijken met nakijkboekje

Slide 4 - Tekstslide

  Injectienaaldtheorie
'Druppel voor druppel' spuit de massamedia ons vol met ideeën
Het publiek neemt hun boodschap over wat is beïnvloedbaar.

  • Manipulatie = het geven van vervormde informatie, zoals het weglaten van feiten zonder dat het publiek dit merkt. 
  • Indoctrinatie = systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde  opvattingen en meningen aan het publiek. 

Voorbeeld = gewelddadige films en games kunnen aanzetten tot agressie.  Het voortdurend tonen van een sterke leider (in een dictatuur)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Multiple-step-flowtheorie


Niet de media zelf, maar de mensen die in de media voorkomen hebben invloed. 
Deze mensen noemen we ook wel opinieleiders  => mensen met een sterk gezag, die invloed hebben op anderen. 

De mening van deze opinieleiders wordt overgenomen door personen die naar hun programma's of nieuwsonderdelen kijken. 

Voorbeeld => bekende mensen of wetenschappers die ergens hun mening over geven.  Denk bijvoorbeeld aan DWDD of Jinek

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Media als betekenisverlener

De media zijn niet alleen middelen voor communicatie, zij hebben ook betekenis.  Deze betekenis is bijvoorbeeld het nodig hebben van informatie of amusement, mensen kijken lang TV of volgen apps  = The Fear Of Missing Out

Op langere termijn hebben de media invloed omdat ze 
hierdoor waarden en normen overdragen. 



Slide 9 - Tekstslide

Theorie van Selectieve Perceptie
Theorie gaat niet over de macht van de media, maar van de mediagebruikers.  Het referentiekader bepaalt hoe zij een keuze maken uit de aangeboden informatie en werkt dus als een soort filter, dat sommige informatie wel of niet doorlaat.  

Alleen de informatie die interessant gevonden wordt, wordt gekeken. 

Voorbeeld: Rokers zappen weg bij een programma over een rookverbod.  Coronaontkenners kijken niet naar programma's waar uitleg over corona is die niet past... 

Slide 10 - Tekstslide

Agendatheorie
De media bepaalt niet WAT we denken, maar WAAROVER we denken. 
  • Ook op de politieke agenda hebben de media invloed:  De politici horen, zien en lezen dingen waar ze iets aan willen veranderen. 
We praten bijvoorbeeld over het draagvlak voor de lockdown,  de eindexamens, de terrassen openen en de boetes , maar de media bepaalt niet WAT we hierover denken. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Mediawijsheid

Je moet voorzichtig zijn en kritisch omgaan met media. Het is belangrijk dat: 
  • Je jezelf afvraagt of de informatie wel betrouwbaar is. 
  • Hoe ga je met persoonlijke gegevens om? 
  • Je meerdere nieuwsbronnen bekijkt
  • Je kijkt naar de kleur van het tijdschrift of de krant (rechts/links, uitgegeven door belangenorganisatie etc.) 

Slide 13 - Tekstslide

Injectienaald
-theorie
De Multiple-step-
flowtheorie
Media =
Betekenis
verlener
Selectieve
perceptie
Agenda
-theorie
Publiek neemt boodschap makkelijk over 
Als er veel over gepraat wordt komt het op de politieke agenda
Invloed van media is erg sterk
Mensen bepalen zelf hun keuze
Opinieleider heef invloed op ontvanger

Slide 14 - Sleepvraag

Koppel de juiste beschrijving (links) aan de juiste theorie (rechts).
Je kan de antwoorden slepen.
Injectienaaldtheorie
Theorie van de selectieve perceptie
Multiple-step-flowtheorie
Agendatheorie
Theorie die laat zien dat de media weinig invloed hebben op de manier waarop mensen denken, maar veel invloed op de onderwerpen waarover we denken.
Theorie die  laat zien dat de media veel directe invloed hebben op het doen en laten van mensen.
Theorie die laat zien dat de media alleen directe invloed hebben op mensen via gezaghebbende personen.
Theorie die laat zien dat de media alleen invloed hebben op datgene wat mensen willen horen of zien.

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Link