Samenvatting H7

Samenvatting H7
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Samenvatting H7

Slide 1 - Tekstslide

Overzicht H7 
  • Soorten frequentieverdeling herkennen en de eigenschappen op kunnen noemen. 
  • Relatieve frequentie, cumulatieve frequentie en de relatieve cumulatieve frequentie kunnen berekenen. 
  • Frequentiepolygoon en een cumulatieve frequentiepolygoon kunnen tekenen. 
  • Relatieve frequentiepolygoon en een relatieve cumulatieve frequentiepolygoon kunnen tekenen. 
  • Klassenindeling kunnen maken en kunnen aflezen. 
  • De centrummaten bij een klassenindeling kunnen berekenen. 
  • Spreidingsbreedte en kwartielafstand kunnen berekenen. 


Slide 2 - Tekstslide

§7.1 Klassenindeling
Klassen -> Verdeling van waarnemingen in groepen.

Klassengrens -> Geeft het begin of het einde van een klasse aan.

Klassenbreedte -> Afstand tussen de klassengrenzen.

Slide 3 - Tekstslide

§7.2 Frequentieverdelingen
lengte in cm
aantal 
[20, 25>
56
[25, 30>
78
[30, 35>
63
[35, 40>
42

Slide 4 - Tekstslide

§7.3 Centrummaten
Bereken de centrummaten
lengte in cm
aantal 
klassenm.
[20, 25>
56
[25, 30>
78
[30, 35>
63
[35, 40>
42

Slide 5 - Tekstslide

§7.4 Spreidingsmaten
Cijfers 
4
5
6
7
8
9
Cijfers Duits
1
3
7
11
6
2
Cijfers eco
0
1
15
11
3
0
a. Bereken bij beide vakken de spreidingsbreedte. 
b. Bereken bij beide vakken de kwartierafstand.

Slide 6 - Tekstslide

Spreidingsbreedte

Spreidingsbreedte=
grootste waarneming - kleinste waarneming
Interkwartielafstand 

Kwartielafstand=Q3-Q1

Q1= Mediaan van de eerste helft waarnemingen. 
Q3=Mediaan van de tweede helft waarnemingen. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent relatieve frequentie?
A
Echte frequentie
B
Hoge frequentie
C
Frequentie in percentage
D
Lage frequentie

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent de cumulatieve frequentie of de somfrequentie?
A
Het verschil van de relatieve frequentie.
B
Opstapelen van de relatieve frequentie.
C
Het verschil van de frequentie.
D
Opstapelen van de frequentie.

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent de relatieve cumulatieve frequentie of de relatieve somfrequentie?
A
Het verschil van de relatieve frequentie.
B
Opstapelen van de relatieve frequentie.
C
Het verschil van de frequentie.
D
Opstapelen van de frequentie.

Slide 10 - Quizvraag

§7.5 Cumulatieve verdelingen 
wachttijd in seconden
[0,20>
[20,40>
[40,60>
[60,80>
[80,100>
[100,120>
frequentie
58
96
16
10
4
16
Teken een relatieve somfrequentiepolygoon bij de tabel.

Slide 11 - Tekstslide

§7.5 Cumulatieve verdelingen 
wachttijd in seconden
[0,20>
[20,40>
[40,60>
[60,80>
[80,100>
[100,120>
frequentie
58
96
16
10
4
16
relatieve frequentie 
relatieve cumulatieve frequentie 

Slide 12 - Tekstslide

§7.5 Cumulatieve verdelingen 
wachttijd in seconden
[0,20>
[20,40>
[40,60>
[60,80>
[80,100>
[100,120>
frequentie
58
96
16
10
4
16
relatieve frequentie 
29%
48%
8%
5%
2%
8%
relatieve cumulatieve frequentie 
Totale frequentie =58+96+16+10+4+16=200

Slide 13 - Tekstslide

§7.5 Cumulatieve verdelingen 
wachttijd in seconden
[0,20>
[20,40>
[40,60>
[60,80>
[80,100>
[100,120>
frequentie
58
96
16
10
4
16
relatieve frequentie 
29%
48%
8%
5%
2%
8%
relatieve cumulatieve frequentie 
29%
77%
85%
90%
92%
100%
Totale frequentie =58+96+16+10+4+16=200

Slide 14 - Tekstslide

Relatieve
somfrequentie-polygoon

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Hoe?
In groepjes van 4 leerlingen.
Waar?
In aparte vergaderruimtes. 
De juf maakt ze automatisch. 
Hoe lang?
10 minuten.

Wat?
Opgave 27 op blz 61 maken.
Klaar?
Verder met de weektaak.

Slide 16 - Tekstslide

Voorbereiding SE-week
Maak alvast de oefentoetsen van H3 en H7. 


Slide 17 - Tekstslide