In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdgedachte + onderwerp
Nederlands
Leesvaardigheid
3 havo - herhaling
3 vwo
Slide 1 - Tekstslide
Het onderwerp van een tekst...
Slide 2 - Woordweb
Wat is het onderwerp van de tekst op de volgende slide?
Slide 3 - Tekstslide
www.nu.nl
Slide 4 - Link
Formuleer nu het onderwerp:
Slide 5 - Open vraag
Wat weet je over de hoofdgedachte van een tekst?
Slide 6 - Woordweb
De hoofdgedachte formuleren
Je vindt de hoofdgedachte door eerst te bedenken wat het onderwerp van de tekst is. Het onderwerp formuleer je in één of enkele woorden (geen zin). Vervolgens zoek je op wat de belangrijkste boodschap van de schrijver over dat onderwerp is.
Kijk naar de titel, inleiding + het slot om de hoofdgedachte te bepalen. Soms gebruik je ook de kernzinnen
De hoofdgedachte moet je in één zin kunnen opschrijven
De hoofdgedachte is nooit een vraag
TIPS
Slide 7 - Tekstslide
DOEN
1. Ga naar 'hoofdgedachte zoeken, twee teksten, in Classroom
2. Open de tekst 'Waarom pubers pesten'
Slide 8 - Tekstslide
Fase 1: voorspellen
Lees de tekst oriënterend, zodat je een eerste indruk van de tekst krijgt. Formuleer het onderwerp van de tekst.
Slide 9 - Tekstslide
Het onderwerp van de tekst is:
Slide 10 - Open vraag
Fase 2: globaal lezen
Lees nu de tekst globaal en formuleer voor jezelf de hoofdgedachte in je schrift.
globaal =
de titel, inleiding, tussenkopjes + slot en evt. de kernzinnen
Slide 11 - Tekstslide
Fase 3: bespreken
Bespreek de hoofdgedachte die je hebt geformuleerd met je elleboogpartner en probeer samen één goede zin te formuleren. Vul deze zin in bij de volgende slide.
Slide 12 - Tekstslide
De hoofdgedachte van de tekst is:
Slide 13 - Open vraag
DOEN (2)
1. Open nu de tekst 'Echt, je kan de wereld aan.'
2. Formuleer samen de hoofdgedachte van deze tekst.
(je vult hem in op de volgende slide)
Slide 14 - Tekstslide
De hoofdgedachte van de tekst is:
Slide 15 - Open vraag
Ik weet hoe ik het onderwerp van een tekst kan formuleren.
Ja
Nee
Ik moet nog wat vaker oefenen.
Slide 16 - Poll
Ik weet hoe ik de hoofdgedachte van een tekst kan formuleren.