– Het water verdampt en de waterdamp gaat omhoog.
– De waterdamp komt in de schuine buis. In deze buis koelt de waterdamp snel af. Daardoor gaat de waterdamp condenseren.
– Het water druppelt door de buis omlaag. Het valt in de kleine kolf.
– In de kleine kolf zit nu zuiver water.
– Het zout en het vuil zitten nog in de grote kolf.