In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
SALES Kennis Proeftoets 2B1
Toetsvragen!
Slide 1 - Tekstslide
Waar staat de letter I in het AIDA model voor
A
Information
B
Inspiration
C
Interest
Slide 2 - Quizvraag
Op RTL4 is een commercial te zien van een luchtvaartmaatschappij FLY BEST. Hier worden reizen naar de Verenigde Staten gepromoot. Van welke communicatievorm is hier sprake?
A
Groepscommunicatie
B
Intrapersoonlijke communicatie
C
Massacommunicatie
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een medium?
A
Drager van een reclameboodschap aan personen uit de doelgroep
B
Proces waarbij alle informatie van de ontvanger terugkeert naar de ontvanger
C
Storing in het overbrengen van een reclameboodschap aan de doelgroep
Slide 4 - Quizvraag
In welke fase van het verkoopproces wordt gesproken over levervoorwaarden?
A
Afsluitfase
B
Informatiefase
C
Transformatiefase
Slide 5 - Quizvraag
Een bedrijf plaatst links op de website van andere organisaties. Het betaalt voor elke bezoeker die via zo'n link de website bezoekt.
A
Linkbuilding
B
Affiliate marketing
C
Zoekmachinemarketing
Slide 6 - Quizvraag
Welke functionaris heeft als belangrijke taak: "het managen van de relatie met strategische klanten".
A
Accountmanager
B
Salesmanager
C
Keyaccountmanager
Slide 7 - Quizvraag
Een eigenaar van onroerend goed besluit een van zijn bedrijfspanden te verkopen. Hij huurt een specialist in om hem te helpen. Van welk indirect klantcontact is hier sprake?
A
Via een agent
B
Via een commissionair
C
Via een makelaar
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een cold prospect?
A
een ex-klant die op het punt staat weer een order te plaatsen
B
Een potentiële klant die op korte termijn nog geen order wil plaatsen
C
Iemand uit de doelgroep waarmee nog geen contact is geweest.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is CRM
A
Gesprekspanel waar gebruikers hun mening geven over merken en producteigenschappen
B
Een klantregister dat voornamelijk wordt gebruikt voor marktonderzoek
C
Een verkoopinformatiesysteem met een database waar commerciële informatie wordt opgeslagen
Slide 10 - Quizvraag
Kees Krijger maakt deel uit van de DMU van een groothandel. Een van zijn taken is informatieverzameling. Daarna bepaalt hij aan wie hij deze informatie moet doorspelen. Welke rol binnen het DMU vervult Kees?
A
Beslisser
B
Gatekeeper
C
Initiator
Slide 11 - Quizvraag
Wie let binnen een DMU op de specificaties en praktische toepasbaarheid van het product?
A
Adviseur
B
Gatekeeper
C
Gebruiker
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een referentiegroep?
A
Een groep die in de samenleving streeft naar bepaalde doelen
B
Een groep met eigenschappen die behoren bij een speciale sociale klasse
C
Een groep waaraan de consument zich spiegelt bij aankopen
Slide 13 - Quizvraag
Mohammed heeft onlangs zijn zwart-wit-tv vervangen door een nieuwe kleuren-tv. Onder welke adoptiecategorie valt Mohammed
A
Early adoptors
B
Early majority
C
Innovators
D
Laggards
Slide 14 - Quizvraag
Een van de fasen van het koopbeslissingsproces van een consument is de evaluatie van het gebruik. Wat doet de afnemer in deze fase?
A
Beoordelen of de aankoop voldoet aan de behoefte
B
Beoordelen van de verschillende alternatieven
C
Orienteren op de nieuwe aankoop
Slide 15 - Quizvraag
De behoeftepiramide van Maslow heeft verschillende niveaus. Op welk niveau staat de behoefte om bij een groep te horen?
A
Erkenning en waardering
B
Sociaal contact
C
Zelfverwezenlijking
Slide 16 - Quizvraag
Een bedrijf vervangt het koffiezetapparaat door een nieuwe met meer keuzemogelijkheden. Van welk koopgedrag is sprake?
A
Modified rebuy
B
New task
C
Straight rebuy
Slide 17 - Quizvraag
Een jong stel gaat voor het eerst een nieuwe woning kopen. Van welk koopgedrag is hier sprake?
A
Beperkt probleemoplossend gedrag (BPO)
B
Routinematig aankoopgedrag (RAG)
C
Uitgebreid probleemoplossend gedrag (UPO)
Slide 18 - Quizvraag
Een consument benut na aankoop van zijn smartphone alle mogelijkheden die het apparaat met zich meebrengt. Van welk soort gedrag is hier sprake?
A
Communicatiegedrag
B
Gebruiksgedrag
C
Koopgedrag
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een betalingskorting?
A
Een korting gekoppeld aan de afname van producten
B
Een korting om tijdelijk de verkoop van een product te stimuleren