Meertaligheid op het Augustinianum

Meertaligheid 
op het Augustinianum
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Meertaligheid 
op het Augustinianum

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van onze leerlingen
is meertalig?
5%
15%
25%

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen 
NT2-leerlingen 
en meertalige leerlingen? 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brainport verwachtingen: 
in 2032 gaan 32.000 kinderen van buitenlandse komaf naar reguliere scholen (PO en VO) 
in de regio. 

Slide 4 - Tekstslide

(ISE is alleen voor lln die niet blijven) Uit onderzoek blijkt dat op dit moment ongeveer 11% procent van de leerlingen in onze regio een internationale afkomst heeft. Twee derde daarvan heeft één Nederlandse ouder en een derde heeft twee ouders met een internationale achtergrond. Dat komt neer op zo’n 15.600 kinderen. Daar komen tot 2032 als de trend zich voortzet naar verwachting nog zo’n 12.300 internationale kinderen bij. 
Stelling: de beste manier voor onze nieuwkomers om Nederlands te leren is “onderdompeling” in de nieuwe taal.
Ja
Nee
Ik weet het niet

Slide 5 - Poll

Nee, want sterke basis in eigen taal is belangrijkst, je hebt een kapstok aan kennis nodig om nieuwe aan op te hangen. Taalrijk opgroeien, in welke taal dan ook, is essentieel. Tip: moedig het gebruik van de thuistaal bij het maken van schoolwerk aan.
Wees je bewust van de culturele verschillen en de verschillende talen die mijn leerlingen spreken. Zie het als een toegevoegde waarde. Probeer deze verschillen in te zetten in je onderwijs, zodat de leerlingen zich op school erkend voelen.
ijsbergmodel  
Jim Cummins (1981)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreek met je buren
  •  Hoe beïnvloeden jouw perspectieven, houding en kennis jouw lespraktijk, denk je?
  •  Hoe verdiep jij je in de culturele achtergrond en leefwereld van je leerlingen?
  •  Hoe kun je je lesinhoud en instructies aanpassen aan de achtergrond van je leerlingen?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij
trauma?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

“Een trauma is een onzichtbare
koffer die leerlingen meedragen,
waarin heftige gebeurtenissen en overtuigingen zitten
die ervoor zorgen dat hun gedrag anders is.”

Slide 10 - Tekstslide

Het brein van het kind wordt op jonge leeftijd ontwikkeld en is gericht op overleven. De manier waarop verbindingen worden gelegd, wordt mede bepaald door ervaringen en omstandigheden waarin je opgroeit. Je bent als het ware anders bedraad, en zit voor altijd opgeslagen. “Veiligheid is niet de afwezigheid van gevaar, maar de aanwezigheid van verbinding.” Link met contextuele leerlingbegeleiding en werken aan veerkracht: Op volle kracht training, examenvreestraining, beter omgaan met faalangst, ACT, OT gesprekken.
Voorbeeld uit onze schoolpraktijk:
 
jouw Turkse leerling verschijnt, ondanks jouw uitnodiging niet op het driehoeksgesprek met zijn ouders. Vervolgens komen ze wel bij jou op mentorgesprek om te spreken 
over een vak dat jij niet geeft. 

 Waar gaat het mis?

Slide 11 - Tekstslide

 Onzichtbare ouders betekent niet dat ze niet betrokken zijn. Realiseer je dat ouders een andere kijk kunnen hebben op wat er van ze verwacht wordt. Soms willen ze ook het werk van de leraar niet belemmeren, of hebben soms de docent of school op een voetstuk staan, dat zij niet willen ‘betwisten’.
 Inzetten vertaalservice, zorg dat informatie ook in andere talen beschikbaar is.

Faciliteiten en maatwerk
Bij een NT2 leerling zijn er verschillende faciliteiten mogelijk:
- Extra tijd bij toetsen
- Mondeling toelichten van het antwoord
- Papieren woordenboek thuistaal-NN en vice versa

Slide 12 - Tekstslide

In het eindexamenjaar/PTA moet hun Nederlands op niveau zijn, daarvóór hebben ze vaak meer tijd nodig om deze woordenschat op te bouwen. Ze komen binnen bij ons met ca 2000-5000 woorden in hun vocabulaire. Onze leerlingen hebben eind basisschool een woordenschat van ca 15.000 woorden. Denk aan Marieken: je moet 95% van de woorden van een tekst kunnen begrijpen, om de tekst te kunnen begrijpen!
Veel informatie...?
een klein geheugensteuntje!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies