§3.2
1 / 23
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Even de kennis van vorige les activeren. Wat was het beroep van Caesar ook alweer?
A
Koning an Rome
B
Keizer van Rome
C
Senator van Rome
D
Legeraanvoerder van Rome
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Video
Hoe noemen we Gallië tegenwoordig?
Slide 4 - Open vraag
De senatoren vinden Caesar te machtig. Waar zijn zij bang voor?
A
Dat zij zelf de macht verliezen
B
Dat Caesar hen gaat vermoorden
C
Dat de senatoren koning kunnen worden
D
Dat Caesar de belangrijkste senator wordt
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Video
Wat was de reden dat de senatoren Caesar wilde vermoorden?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Wat zijn sociale verschillen?
A
Verschillen tussen mensen
B
Verschillen tussen mens en dier
C
Verschillen tussen volwassenen en kinderen
Slide 9 - Quizvraag
Wie hadden de minste rechten in de Romeinse samenleving?
A
Vrouwen
B
Burgers
C
Senatoren
D
Slaven
Slide 10 - Quizvraag
Wie hadden de meeste rechten in de Romeinse samenleving?
A
Vrouwen
B
Burgers
C
Senatoren
D
Slaven
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Pax Romana betekent....
Slide 13 - Open vraag
De Romeinen betaalden met.....
A
koeien
B
kamelen
C
landbouwproducten
D
munten
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Van wie hebben de Romeinen hun goden overgenomen?
Slide 16 - Open vraag
Juist of onjuist?
De Romeinen hadden een monotheïstische godsdienst
De Romeinen hadden een monotheïstische godsdienst
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Een polytheïstische godsdienst betekent....
A
Een godsdienst met één god
B
Een godsdienst met meerdere goden
C
Dat je niet in god gelooft
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit wat het begrip 'romanisering' betekent.
Slide 20 - Open vraag
Welke taal / talen spreekt de Romeinse elite?
A
Grieks
B
Latijn
C
Romeins
D
Duits
Slide 21 - Quizvraag
Wat heb je geleerd deze paragraaf?
Slide 22 - Woordweb
Wat vind je nog lastig?
