Vrijdag 19 januari

Vrijdag                             19 januari 2024                    
08.30 - 09.10 uur
09.10 - 10.10 uur 
Inloop - lezen - uitwisselen 
Rekenen
10.10- 10.30 
P A U Z E
10.30- 11.20 uur 
Woordenschat - herhaling I
11.20- 12.10 uur 
Schrijfopdracht: fotoshop
12.10- 12.40 uur 
P A U Z E
12.40- 13.30 uur 
Woordenschat - herhaling II 
13.30- 14.20 uur  
De Grote Afscheidsquiz 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Vrijdag                             19 januari 2024                    
08.30 - 09.10 uur
09.10 - 10.10 uur 
Inloop - lezen - uitwisselen 
Rekenen
10.10- 10.30 
P A U Z E
10.30- 11.20 uur 
Woordenschat - herhaling I
11.20- 12.10 uur 
Schrijfopdracht: fotoshop
12.10- 12.40 uur 
P A U Z E
12.40- 13.30 uur 
Woordenschat - herhaling II 
13.30- 14.20 uur  
De Grote Afscheidsquiz 

Slide 1 - Tekstslide

Lezen & Uitwisselen
  1. Je leest voor 15 minuten
  2. Je vertelt aan jouw ellenbogenpartner waar je over hebt gelezen
  3. Je schrijft in steekwoorden op wat jouw partner heeft verteld 
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Lezen & Uitwisselen
Mevrouw Chantal 
Meneer Malte
- Leest een boek met de titel  "Waarom de klas 3B zo geweldig is"

- Heeft gelezen dat de klas 3B op de tweede verdieping zit

- Elke vrijdag is het feestvrijdag
- Is al bijna klaar met het boek "Binnenkort is het weekend"


- Elk hoofstuk beschrijft het weekend van een andere leerling

- Vandaag heeft meneer Malte over het weekend van Roccolino gelezen 

Slide 3 - Tekstslide

Rekenen

In je eigen niveau groep, lekker aan de slag. 

Slide 4 - Tekstslide

Tijd voor de toets
   Let goed op:
  • afronden op tientallen of honderdtallen?
  • Eerst schatten, dan uitrekenen
  • Bij toepassingen: In wat geef je jouw antwoord

     Succes allemaal!  

Slide 5 - Tekstslide

Pauze
    Pauze 
timer
20:00

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat - herhaling I
  • Je werkt samen met een andere leerling
  • Elke groep krijgt een werkblad met vier verschillende quiz-vormen - zoals jullie deze kennen. 
  • Elke groep krijgt een lijstje met woorden vanuit de woordenschat van het thema ''Het Uiterlijk"
  • De Opdracht: Schrijf vier quizvragen op (eentje per vorm) met als antwoorden vier verschillende woorden van de lijst 
  • Tijd: 15 minuten 

Slide 7 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Fotoshop - goed of slecht? 
Stap 1: Schrijf twee lijsten - een lijst met argument voor fotoshop en eentje met argument tegen fotoshop  (5 min. )
Stap 2: Bespreek een vergelijk jouw lijsten met een andere leerling (5 min. )
Stap 3: Wij verzamelen de meest belangrijke argumenten op het bord
 
Stap 4: Schrijf een korte tekst over jouw mening over fotoshop en gebruik daarbij de argumenten aan het bord (10 min.)


 
tegen fotoshop
voor fotoshop 
- ....
- ....
- ....
- ....
- ....

- ....
- ....
- ....
- ....
- ....

Slide 10 - Tekstslide

Stap 1
Stap 1: Schrijf twee lijsten - een lijst met argument voor fotoshop en eentje met argument tegen fotoshop.


timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Stap 2 
Bespreek een vergelijk jouw lijsten met een andere leerling.

timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Stap 3
Wij verzamelen de meest belangrijke argumenten op het bord




tegen fotoshop
voor fotoshop 
- ....
- ....
- ....
- ....
- ....
- ....
- ....

- ....
- ....
- ....
- ....
- ....
- ....
- ....

Slide 13 - Tekstslide

Stap 4
Stap 4: Je schrift een korte tekst over jouw mening over fotoshop en gebruik daarbij de argumenten aan het bord 



tegen fotoshop
voor fotoshop 
- ....
- ....
- ....
- ....
- ....
- ....
- ....

- ....
- ....
- ....
- ....
- ....
- ....
- ....
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Afsluiten
  • Lees jouw tekst aan jouw partner voor
  • Wie wil zijn tekst even aan de klas voorlezen?
  •  Vraag: Wat is het verschil tussen mening en argument

Slide 15 - Tekstslide

Pauze
    Pauze 
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

Le Quiz d' 3B

Het is tijd voor jullie quiz - heerlijke vragen staan ons te wachten! 

Slide 17 - Tekstslide

Wie is jouw idool? En waarom?

Slide 18 - Open vraag

Je moet gympen dragen als je gaat sporten.
Eens
Niet eens

Slide 19 - Poll

Wat maakt een persoon aantrekkelijk?

Slide 20 - Open vraag

Denk je vaak aan het verleden? Waarom ja, waarom nee?

Slide 21 - Open vraag

Ik vind mijn schaduw leuk!
Eens
Niet eens

Slide 22 - Poll

Wat wil je in jouw telefoon verwijderen?

Slide 23 - Open vraag

Wat vind je supertof op school?

Slide 24 - Open vraag

Noem iets dat je altijd verliest.

Slide 25 - Open vraag

Wie is jouw idool?

Slide 26 - Open vraag

Kleurrijke kleding is lelijk!
Eens
Niet eens

Slide 27 - Poll

... .......... is dat mensen niet kunnen vliegen!

Slide 28 - Open vraag

Onze ... heeft zijn eigen tradities.

Slide 29 - Open vraag

Als ik wakker word ga ik mijzelf eerst goed .... .

Slide 30 - Open vraag

Nike maakt de beste kledingstukken!
Eens
Niet eens

Slide 31 - Poll

In welke zin zie je de betekenis van het woord:
gebruikelijk
A
Het is gebruikelijk dat je in Nederland je schoenen uitdoet als je bij iemand binnen bent.
B
Het is gebruikelijk dat je in Nederland iemand drie zoenen op de wang geeft als iemand jarig is.
C
Het is gebruikelijk dat je in Nederland altijd klompen als schoenen draagt.
D
Het is gebruikelijk dat je in Nederland altijd te laat komt op school.

Slide 32 - Quizvraag

Waar wordt het woord
'gebruikelijk'
goed gebruikt?
A
Gebruikelijk ben ik 6 uur op de telefoon.
B
Jij doet dat gebruikelijk.
C
Jullie zijn heel gebruikelijk.

Slide 33 - Quizvraag

De politie zegt dat ik mijn auto moet ... .

Slide 34 - Open vraag

Waar wordt het woord
'de waarheid'
goed gebruikt?
A
De waarheid is dat de aarde plat is.
B
De waarheid is dat water droog is.
C
De waarheid is dat wij moeten water drinken om te overleven.

Slide 35 - Quizvraag

Waar wordt het woord
'het protest'
goed gebruikt?
A
Elke week is er een protest tegen de maatregels.
B
Er is protest omdat iedereen tevreden is.
C
De protest duurt drie weken.

Slide 36 - Quizvraag

Waar wordt het woord
'bedreigen'
goed gebruikt?
A
Hij geeft een cadeau aan mij, dat is een bedreiging.
B
Zij bedreigen hem en zeggen dat ze hem gaan slaan.
C
Ik wil eten dus ga ik iedereen bedreigen.

Slide 37 - Quizvraag

Waar wordt het woord
'het model'
goed gebruikt?
A
Het model is heel mooi.
B
Het model ziet er zo uit als iedereen in het echte leven.

Slide 38 - Quizvraag

Waar wordt het woord
'tevreden'
goed gebruikt?
A
Ik ben tevreden over het afscheid nemen.
B
Ben je tevreden met jouw leven?
C
Ik voel mij dom dus ben ik tevreden.

Slide 39 - Quizvraag

Toe ik verhuist ben was dat een grote verandering voor mij.
Eens
Niet eens

Slide 40 - Poll

Een kleurrijke klas is mooi!
Eens
Niet eens

Slide 41 - Poll

https://create.kahoot.it/details/5d6ba8f0-e9a3-49ad-bfaa-e0dafbd6ee1d

Slide 42 - Tekstslide