Les 22 jan herhaling werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

tegenwoordig deelwoord en

bijvoeglijk naamwoord

Lesdoelen

- Je leert hoe je een tegenwoordig deelwoord spelt;

- je leert hoe je bijvoeglijke naamwoorden spelt;

Lesprogramma

- Welkom (5 min)

- Lezen (10 min)

- Terugblik en huiswerk (10 min)

- Uitleg: tegenwoordig deelwoord en bijvoeglijk naamwoord

- Zelfstandig werken

Terugblik

Toetsstof

meervouden met s

- wanneer s direct aan het woord vast?

- wanneer 's

meervouden met -en

- wanneer trema?

- wanneer extra e?

Huiswerk

oefenmateriaal

........ (zingen) ga ik naar school.

........ (juichen) zaten de scholieren in de bus.

De danseres .... (verkleden) zich gisteren voor het feest.

De .... (sluiten) winkel staat al lang leeg.

De ... (verkleden) danseres was op weg naar het feest. 

De jongen .... (verbranden) vorige week zijn hand.

Het ... (branden)huis werd geblust.

De ... (verbranden) plek deed heel veel pijn. 

Aan de slag 

Login in bij Lessonup en voeg je

Ga via Magister naar de methode Talent, ga naar hoofdstuk 5.9 Spelling en maak opdracht 3, 4, 5, 6 en 10.

Klaar: ga dan extra oefenen met zinsontleding, spelling leestekens, spelling meervouden of werkwoordspelling door in de hoofdstukken voor Versterk jezelf te kiezen.