Les 6 Goederenopslag

Les 6 Goederenopslag
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
LogistiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 6 Goederenopslag

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat het vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

https://www.menti.com/9zorum5aik

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  1. Kennis krijgen over goederenopslag
  2. Je leert welke goederen, je waar het beste kunt opslaan.
  3. Je maakt een opdracht waarbij je een goede opslaglocatie uitkiest voor een artikel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:00
Bij een supermarkt wordt er dagelijks veel verkocht. En dus moet er dagelijks worden bijbesteld. Maar waar komen deze bestelde producten nu vandaan van een supermarkt als de AH?

Slide 7 - Open vraag

Distributiecentrum
01:58
Leg nu in je eigen woorden uit wat een distributiecentrum is.

Slide 8 - Open vraag

Een centraal magazijn voor een aantal groothandels. 
Opslagklaar maken
Voordat goederen opgeslagen kunnen worden moeten er een handelingen worden verricht.
1. sorteren
2. ompakken

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ompakken
Goederen die vanuit een distributiecentrum binnenkomen hebben vaak een omverpakking. 

Dit is een verpakking die de producten in grotere hoeveelheden verpakt. 

Slide 10 - Tekstslide

Goederen die vanuit een distributiecentrum binnenkomen hebben vaak een omverpakking. Dit is een verpakking die de producten in grotere hoeveelheden verpakt. Komen de goederen binnen in het magazijn dan moeten ze vaak omgepakt worden. Ompakken wil zeggen dat je de goederen opnieuw verpakt. Soms kan een oude verpakking blijven zitten maar soms moet je de oude verpakking eraf halen en krijgt het nieuwe verpakking. 
Opslaglocaties 
Voordat je goederen ergens opslaat, moet je eerst bedenken of het wel handig is om ze op de plek neer te zetten. Je moet de meest logische plek bepalen om de goederen neer te zetten. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke opslaglocaties ken je?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

welke locaties?
- op de vloer
- op een een vlonder of op een pallet
- in een stelling
- in een koel- of vriescel

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is dit een pallet of vlonder?

Slide 14 - Open vraag

pallet
Stelling
Een stelling is een rek waarin je goederen kunt opslaan. 

Er zijn veel verschillende soorten stellingen:
Palletstelling: stelling voor pallets 
Vakstelling: plank met kleine bakken

Slide 15 - Tekstslide

Een stelling is een rek waarin je goederen kunt opslaan. Het ziet eruit als een boekenkast en kan helemaal open zijn, of een achterwand en zijwanden hebben. Het voordeel van stellingen is dat je er veel kwijt in kunt, want ze kunnen helemaal tot het plafond doorlopen. Ook goederen die stapelbaar zijn, kun je op deze manier boven elkaar opslaan. Er zijn veel verschillende soorten stellingen:
Palletstelling: stelling voor pallets
Vakstelling: plank met kleine bakken
Vlonder en pallet
Het verschil tussen een vlonder en pallet is nauwelijks te zien. 

Verschil: een vlonder gebruik je alleen voor het opslaan van goederen en een pallet kun je goederen opslaan en vervoeren. 

Slide 16 - Tekstslide

Het verschil tussen een vlonder en pallet is nauwelijks te zien. Toch is er een verschil: een vlonder gebruik je alleen voor het opslaan van goederen en een pallet kun je goederen opslaan en vervoeren. Goederen worden door deze opslagmethode niet aangetast door vochtige vloeren. 
Bij welke temperatuur kun je het beste groente en fruit bewaren?

Slide 17 - Open vraag

2 tot 5 graden
Op welke temperatuur wordt ijs bewaard in de vriescel?

Slide 18 - Open vraag

-18 graden
Artikeleigenschappen
Naast de opslaglocatie let je ook op de goederen zelf. Lange goederen sla je anders op dan kleine goederen. Bij het opslaan van goederen let je op:
- afmetingen
- gewicht
- aantal goederen
- aard van de goederen
- omzetsnelheid 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar sla je een wasmachine op?

Slide 20 - Open vraag

Op een een palletstelling onderaan of op een vlonder.  Het is een zwaar product daarom wordt het meestal niet bovenin een stelling opgeslagen.
Waar sla je schroefjes op?

Slide 21 - Open vraag

In een vakstelling
Wat is een europallet?

Slide 22 - Open vraag

Een pallet met statiegeld
Gewicht goederen
Zware goederen: hoge plek

Lichte goederen: kun je wel bovenop een stelling zetten. 

Slide 23 - Tekstslide

Zware goederen sla je anders op dan lichte goederen. Zware goederen sla je niet altijd op een hoge plek op, vooral als je geen hulpmiddelen hebt om de zware goederen omhoog te krijgen. Lichte goederen kun je wel bovenop een stelling zetten. 
Soort goederen
De artikeleigenschappen hebben invloed op de plek waar je een product opslaat:
  • vorm
  • gewicht
  • lengte
  • dure producten

Slide 24 - Tekstslide

Sommige goederen moet je op een speciale manier opslaan. Kartonnen dozen sla je bijvoorbeeld anders op dan een lange lat of spijkers of schroeven. Ook de vorm van een artikel kan de opslagplaats beïnvloeden. Goederen die veel plaats in beslag nemen zet je eerder op de grond dan in een stelling. Dure goederen moeten veilig opgeslagen worden en liggen daarom vaak in een afgesloten gedeelte van het magazijn.
Omzetsnelheid
Hoe vaak iets verkocht wordt speelt ook een rol voor de keuze van de opslagplek. 

Slowmover: achterin het magazijn
Fastmover: voor in het magazijn

Slide 25 - Tekstslide

Hoe vaak iets verkocht wordt speelt ook een rol voor de keuze van de opslagplek. Zoals je al weet noem je goederen die veel verkoopt fast movers, en goederen die minder goed verkopen slow movers. De fast movers sla je op, op een plek waar je makkelijke erbij komt. Slow movers plaats meer naar achteren in het magazijn. 
Je bent eigenaar van een groothandel in speelgoed. Waar sla je dit speelgoed op?
A
Vooraan waar je er makkelijk bij komt.
B
Achteraan, bovenin een stelling
C
In het midden van het magazijn.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
  • 10 artikelen 
  • Bepaal de beste opslaglocatie voor dit artikel is. 
  • Leg  uit waarom.
  • Powerpoint.
  • Gebruik per artikel 1 dia. 
  • Plaats een afbeelding van de opslaglocatie bij het artikel. 

Slide 27 - Tekstslide

Je krijgt 10 artikelen van je docent
Bepaal de beste opslaglocatie voor dit artikel is.
Leg ook uit waarom.
Je verwerkt deze opdracht in Powerpoint. Gebruik per artikel een dia. Plaats een afbeelding van de opslaglocatie bij het artikel. 
Verwerkingsopdracht
  • Op de mail staat de opdracht
  • In Word maken
  • Tijd: 30 minuten
  • Alleen



Slide 28 - Tekstslide

Je wordt nu door je docent ingedeeld in Breakout-rooms. Je gaat in groepjes de verwerkingsopdracht maken. Lever de opdracht daarna op de afgesproken manier in. 
Beoordeel elkaar
  1. Je krijgt de opdracht van je medestudent.
  2.  Beoordeel de antwoorden van je medestudent. 10 min.
  3. Breakout-rooms met 2 personen
  4. Geef elkaar feedback geven op de opdracht. 
  5. 1 tip/1 top

Slide 29 - Tekstslide

Tijdsindeling;
bekijk de opdracht van de ander. Je krijgt 10 minuten de tijd. 
Geef een tip en een top.

De docent deelt de studenten in in Break out rooms. 2 personen per breakout room.
Welke tip heb je gekregen?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies