In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 5
Steden en staten
Slide 1 - Tekstslide
5.1 woonplaats en werkplaats
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen 1-Je kan uitleggen dat door veranderingen in de landbouw er meer opbrengsten kwamen
2-Je kan uitleggen wat verstedelijking is
3-Je kan uitleggen hoe door de hogere landbouwopbrengsten de verstedelijking onstond
5.1 woonplaats en werkplaats
Slide 3 - Tekstslide
4-Je kan uitleggen dat door het landbouwoverschot handel onstaat
5-Je kan uitleggen wat een gilde is.
6-Je kan uitleggen oe de interantionale handel ontstond
Je kan uitleggen wat de HANZE is.
5.1 woonplaats en werkplaats
Slide 4 - Tekstslide
Meer landbouwopbrengsten door:
1-Boeren gingen meer bossen kappen meer akkers en meer opbrengst.
2-In Nederland werden er polders gemaakt (door sloten te graven) in moeras gebied meer akkers en meer opbrengst.
3. Door verbetering ploeg(ijzer), paarden als trekdier ipv de os en het drie-slagstelsel hogere opbrengst akkers.
Slide 5 - Tekstslide
Leefden de mensen langer en waren ze gezonder.
De bevolking goeide.
Tussen 1000 en 1300 verdubbelde de bevolking
Doordat er meer voedsel was:
Slide 6 - Tekstslide
Wat was een oorzaak van grotere oogsten in de landbouw?
A
Meer handel
B
Betere landbouwtechnieken
C
Meer markten
D
Meer steden
Slide 7 - Quizvraag
Wat was een gevolg van grotere oogsten in de landbouw?
A
Meer nieuwe landbouwgrond
B
Betere ploegen
C
Betere landbouw methodes
D
Meer handel
Slide 8 - Quizvraag
geef drie oorzaken voor deze verhoging van de landbouwopbrengst
Slide 9 - Open vraag
Hielden oogst over.
Dit gingen zij verkopen op de markt
De handel bloeide op.
De markplaatsen groeiden tot steden
Het onstaan en de groei van de steden noem je verstedelijking
De boeren:
Slide 10 - Tekstslide
Er kwam in de steden steeds meer aanbod (spullen die mensen willen verkopen) en vraag (wat mensen willen kopen).
Er werd daarbij weer geld gebruikt en banken werden daardoor steeds belangrijker. Daar konden handelaren geld op een rekening bewaren, of lenen tegen rente.
Slide 11 - Tekstslide
Leerdoel 3
Hoe ambachtslieden samenwerkten.
Slide 12 - Tekstslide
Kantoor waar een handelaar geld kon lenen, wisselen of bewaren.
Ontstaan en groei van steden.
Plaats waar mensen handelen in producten.
Vierde tijdvak dat duurde van 1000 tot 1500.
Bank
Markt
Tijd van steden en staten
Verstedelijking
Slide 13 - Sleepvraag
Gilde
Een vereniging van mensen met hetzelfde ambacht heet een gilde.
Elke ambacht had zijn eigen gilde
Slide 14 - Tekstslide
Ongeveer 200 handelssteden in Noord-Europa werkten samen: de Hanze
Zij spraken af onderling geen tol te heffen en zo de internationale (buitenlandse) handel te vergroten.
Slide 15 - Tekstslide
Hanze steden (Oostzeehandel
Slide 16 - Tekstslide
Wat is een gilden?
A
een samenwerking van mensen in de kerk
B
een speciaal soort zwaard
C
Het maken van een hoef voor een paard
D
Een groep mensen met hetzelfde ambacht, vak of beroep