Les 62 Betrekkelijk voornaamwoord
1 / 25
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in deze zin:
Deze jongen is het snelste.
Deze jongen is het snelste.
Slide 3 - Open vraag
Wat weet je nog van het aanwijzend voornaamwoord?
Slide 4 - Open vraag
Noteer het aanwijzende voornaamwoord:
Maar deze keer mis ik het niet.
Maar deze keer mis ik het niet.
Slide 5 - Open vraag
Noteer het aanwijzend voornaamwoord
Dat had ik niet verwacht van dat groepje!
Dat had ik niet verwacht van dat groepje!
Slide 6 - Open vraag
Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
Met die caravan gaan wij op vakantie.
Met die caravan gaan wij op vakantie.
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Wat is het betrekkelijk voornaamwoord?
De man die als eerste reageerde, bleek een verre neef te zijn van mijn moeder.
De man die als eerste reageerde, bleek een verre neef te zijn van mijn moeder.
Slide 18 - Open vraag
Wat is het betrekkelijk voornaamwoord?
De gemeenteraad is het eens met het ontwerp voor het nieuwe stadhuis dat de architect heeft getekend.
De gemeenteraad is het eens met het ontwerp voor het nieuwe stadhuis dat de architect heeft getekend.
Slide 19 - Open vraag
Wat is het betrekkelijk voornaamwoord?
Er zijn mensen die elk jaar naar precies hetzelfde vakantieadres gaan.
Er zijn mensen die elk jaar naar precies hetzelfde vakantieadres gaan.
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Wat is het betrekkelijk voornaamwoord?
De coach vertelde enthousiast over het plan dat hij voor zijn team had bedacht.
De coach vertelde enthousiast over het plan dat hij voor zijn team had bedacht.
Slide 23 - Open vraag
Wat is het betrekkelijk voornaamwoord?
Wat hij beweert, is echt totale onzin.
Wat hij beweert, is echt totale onzin.
