6.4 Gelijkheid voor alle geloven

h2 les 1
Vrijheid en gelijkheid
6
Tijd van burgers en stoommachines 1800-1900
4 - gelijkheid voor alle geloven
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

h2 les 1
Vrijheid en gelijkheid
6
Tijd van burgers en stoommachines 1800-1900
4 - gelijkheid voor alle geloven

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

h2 les 1
Protestanten, katholieken en joden
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900
In de Republiek waren de godsdiensten niet gelijk: calvinisten hadden meer rechten dan andere gelovigen.

Verlichte denkers vonden dat onjuist.

Tijdens de Bataafse Revolutie werd godsdienstvrijheid ingesteld (1798). Maar de katholieken bleven achtergesteld.

Dit veranderde pas in 1848 bij het invoeren van de grondwet van Thorbecke. Volgens hem moest de staat zich niet bezig houden met het geloof van de mensen.

De katholieke kerk kreeg nu de vrijheid haar kerk te besturen zoals ze wilden. Dit zorgde voor een opleving van het katholieke geloof.

Slide 3 - Tekstslide

h2 les 1
Confessionelen
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900
Vanaf 1815 had in Nederland de koning de meeste macht. Hij bestuurde het land samen met een kleine groep rijke mannen.

Hoewel katholieken werden toegelaten tot deze kleine kring bestuurders, waren de meeste protestant. De protestanten wilden dat ook graag zo houden, ze waren bang dat de katholieken de macht over wilden nemen. Ook de koning was daar bang voor.

Slide 4 - Tekstslide

h2 les 1
Confessionelen
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900
Door de grondwet van 1848 verloor de koning zijn macht en kregen de liberalen meer te zeggen.

Zij vonden religie persoonlijk en dat de staat moest zorgen voor goed onderwijs voor iedereen. Op dit 'openbaar onderwijs' werd wel godsdienstles gegeven. Maar dat was 'algemeen christelijk'.

Als protestanten of katholieken meer onderwijs wilden vanuit hun levensovertuiging, dan moesten ze zelf maar 'bijzondere' scholen oprichten en betalen.

Slide 5 - Tekstslide

h2 les 1
Confessionelen
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900
Radicale protestanten waren daar boos over. Zij vormden een aparte stroming binnen de protestantse kerk en waren strenger in de leer.

De mensen binnen deze gereformeerde stroming vonden het erg belangrijk dat hun kinderen gereformeerd onderwijs kregen. Ze richtten daarom eigen scholen op. 

Ze waren van mening dat de staat deze scholen moest betalen. Om dat voor elkaar te krijgen, begonnen ze in 1879 een politieke partij, de Antirevolutionaire partij (ARP).

Zij vonden ook dat je politiek moest bedrijven vanuit het woord van God. (confessionelen).

Slide 6 - Tekstslide

h2 les 1
Confessionelen
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900
Het oprichten van een politieke partij was iets nieuws. Tot dan toe stemden mensen op personen. Met een politieke partij konden mensen hun krachten bundelen en stonden ze sterker.

Andere groepen volgden dit voorbeeld.

Slide 7 - Tekstslide

h2 les 1
De schoolstrijd
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900
Over de vraag wie de 'bijzondere' scholen moest betalen, ontstond een langdurig conflict.

In deze schoolstrijd stonden de confessionelen (protestanten en katholieken) tegenover de liberalen en socialisten.

De confessionelen wilden dat het bijzonder onderwijs betaald werd, de liberalen en socialisten vonden dat niet nodig.

Uiteindelijk werd er een compromis gesloten. Bijzondere scholen werden betaald, in ruil daarvoor gingen de confessionelen akkoord met het algemeen kiesrecht.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide