1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog

Europa na de Eerste Wereldoorlog
paragraaf 1.4
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Europa na de Eerste Wereldoorlog
paragraaf 1.4

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en   economische problemen kende.
  • Je kunt beschrijven hoe in Italië het fascisme opkwam.
  • Je kunt beschrijven hoe het Ottomaanse Rijk uiteenviel en de nieuwe   staat Turkije ontstond.
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland begin 20e eeuw een   neutraliteitspolitiek voerde.

Slide 2 - Tekstslide

Italië na WO1
  • Italië was halverwege WO1 van bondgenootschap gewisseld, maar   werden daar niet voor 'beloond' in Versailles. 
  • Er was veel werkloosheid en economisch ging het slecht.
  • Veel mensen hadden behoefte aan een sterke leider en veel soldaten   hadden behoefte aan de structuur die ze kenden uit het leger.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Italië na WO1
 Benito Mussolini voelde deze onrust goed aan en richtte in 1919 een eigen knokploeg op in Italië, om weer orde te
scheppen in de chaos. 
Ook ontwikkelde hij een ideologie:
het fascisme
In 1922 kwam hij d.m.v. een staatsgreep 
aan de macht.

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerken fascisme
  • De staat is het belangrijkste wat er is
  • 1 sterke leider: il duce
  • 1 partij
  • extreem nationalistisch
  • verheerlijking van geweld
  • traditionele rolpatronen man-vrouw
  • geen persoonlijke vrijheid, het collectief is belangrijker

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken fascisme
Het fascisme is een totalitaire ideologie.
Totalitair = volledig of totaal
Ideologie = manier van denken over hoe de maatschappij moet zijn.

--> manier van denken waarbij het totale leven van mensen wordt beheerst door de overheid die de macht heeft door middel van indoctrinatie (=hersenspoeling).


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Actualiteit: Italiaanse verkiezingen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Schrijf 3 kenmerken van het fascisme op.

Slide 14 - Open vraag

Europa na de Eerste Wereldoorlog
paragraaf 1.4

Slide 15 - Tekstslide

Duitsland na WO1: politiek
In 1918 was de keizer afgetreden en was Duitsland een parlementaire republiek geworden: de Republiek van Weimar.

Heel veel mensen waren ontevreden over deze republiek.
  • Dolkstootlegende: de oorlog is verloren door politici van de   Weimarrepubliek
  • Inefficiënt bestuur door grote verschillen links-rechts
    → gevolg: Mensen geloofden niet in de bestuursvorm democratie

Slide 16 - Tekstslide

Duitsland na WO1: economisch
Door het verdrag van Versailles en
de herstelbetalingen belandde Duitsland
in een economische crisis. 
In 1923 was Duitsland volledig bankroet,
waardoor de regering had bedacht om geld
bij te drukken...
Maar als er meer geld is, wordt het ook
minder waard. Gevolg: hyperinflatie

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Turkije na WO1
Het Ottomaanse Rijk behoorde tot de Centralen
en hadden de Eerste Wereldoorlog verloren. 
Twee belangrijke gevolgen:
  1. Het Ottomaanse Rijk viel uit elkaar 
    → de gebieden in het Midden-Oosten werden 
    mandaatgebieden, bestuurd door Engeland en Frankrijk. 
  2. In het overgebleven deel van het Ottomaanse Rijk ontstond Turkije
    Dat ging niet zonder slag of stoot, omdat er veel verschillende volkeren, culturen en religies in Turkije woonden. 

Slide 19 - Tekstslide

Turkije na WO1
Turkije moest nu zo Turks mogelijk worden.
  • De Armeense (christelijke) bevolking werd 
      uitgeroeid
  • Alle Griekse christenen moesten het land verlaten
  • De taal van de Koerden werd verboden

De eerste president van Turkije, Atatürk, wilde Turkije ook een modern land maken.
  • Het Arabische schrift werd verruild voor het Latijnse schrift
  • Het islamitisch recht werd afgeschaft
  • Er kwam een parlementaire democratie 

Slide 20 - Tekstslide

Nederland
Nederland had zich niet aangesloten bij  een bondgenootschap,
wat betekende dat  Nederland neutraal bleef tijdens de
Eerste Wereldoorlog. 
Het motief was dat Nederland hierdoor met beide
allianties handel kon drijven.
Door de verschrikkingen in de rest van Europa waren veel
Nederlanders ook tegen oorlog en militarisme. 

Slide 21 - Tekstslide