LES 1 - WOORDENSCHAT

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Start je Chromebook/ laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

       Pak je map

      

Inleiding

Bijna elke dag maak je gebruik van vervoer.

Zo kom je op allerlei verschillende plekken: of je nou met de fiets naar school gaat, met de auto op vakantie of met de trein op bezoek bij vrienden. 

Als je onderweg bent, kun je genieten van het uitzicht of bij voorbeeld kletsen met vrienden. Al moet je als bestuurder natuurlijk wel goed op de weg blijven letten. In dit thema komt het onderwerp 'vervoer' in alle hoofdstukken terug.

Leerdoelen

Aan het einde van de les ...

• kun je vertellen welke vervoersmiddelen er bij het openbaar vervoer horen.
• kun je een voorbeeld noemen van vervoermiddelen die bij het openbaar vervoer en niet openbaar vervoer horen.

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Voorkennis activeren

Pak een 'woordweb-vel' uit je map. 

Je krijgt zo 3 minuten de tijd om zoveel mogelijk woorden bij het thema 'vervoer' op te schrijven. 

Na die 3 minuten wissel je de woorden uit met degene naast je.

Hoeveel verschillende woorden hebben jullie samen gevonden?

Voorkennis activeren: 

In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand

van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te

geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:

https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

3 minuten...

Schrijf zoveel mogelijk woorden rondom het thema 'Vervoer' op.

Voorkennis activeren: 

In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand

van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te

geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:

https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

2 minuten...

Wissel de woorden uit met degene naast je.

Hoeveel verschillende woorden hebben jullie samen gevonden?

Voorkennis activeren: 

In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand

van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te

geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:

https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Hoeveel verschillende woorden hebben jullie samen opgeschreven?

Minder dan 10

Tussen de 10 en 15

Tussen de 15 en 20

Meer dan 20

Instructie 

Bij dit thema horen 10 themawoorden. 

Bekijk op de volgende slide de woorden en bedenk voor jezelf hoeveel woorden je al kent. 

Als je een woord kent...

kun je dit woord uitleggen aan je klasgenoten.

Themawoorden

het abonnement

de conducteur

de dienstregeling

het openbaar vervoer, de tram

de reisplanner

de spits

het verkeer

de vertraging

het vervoer

het vervoersbewijs

de auto, de fiets, de metro, de scooter

Opdracht

Hoeveel woorden kunnen jullie gezamenlijk uitleggen?

Voorkennis activeren: 

In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand

van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te

geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:

https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Aan de slag!

Jullie kennen samen al veel woorden bij dit thema.

Maak opdracht 1 A, B, C  op bladzijde 18.

Tip!

Gebruik de woordenlijst op 18 en 19 als je het even niet weet!

openbaar vervoer

Niet openbaar vervoer.

Vul in wat jij nu denkt:

Ik begrijp goed wat bij het openbaar vervoer hoort.

Ik begrijp niet zo goed wat bij het openbaar vervoer hoort.

Ik begrijp goed wat niet bij het openbaar vervoer hoort.

Aan de slag!

Leerlingen die goed begrijpen wat bij het openbaar vervoer hoort of niet maken nu opdracht B en C zelfstandig blz 18.

Leerlingen die dit nog lastig vinden,  maken opdracht B en C samen met de docent.

Exit-ticket

In de tekst staan woorden die bij het openbaar vervoer horen.

Onderstreep deze in je boek en beantwoord de vragen.

Wie kan de woorden die bij het openbaar vervoer en niet openbaar vervoer uitleggen?

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 

Wat vond je van de afgelopen les?

😒🙁😐🙂😃

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?

010