Toevoeging par. 4.1

Aangeboren of Aangeleerd?
Gedrag
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aangeboren of Aangeleerd?
Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 4.1
Je kunt de definitie van gedrag benoemen.
Je kunt in je eigen woorden uitleggen hoe gedrag ontstaat. 
Je kunt voorbeelden geven van een uitwendige prikkel. 
Je kunt voorbeelden geven van een inwendige prikkel. 
Je kunt in je eigen woorden uitleggen hoe in de biologie gedrag onderzocht wordt. 
Je kent de woorden ethogram en protocol en kunt uitleggen wat het betekent. 
Je kunt uitleggen waarom het belangrijk is om gedrag te onderzoeken. 

HAVO:
Je weet wat een sleutelprikkel is. 
Je kunt uitleggen tot welk gedrag een sleutelprikkel leidt. 





Slide 2 - Tekstslide

 herh. Gedrag
Gedrag = alles wat een mens of dier doet.
Gedrag = een reactie op prikkels.

Gedrag wordt veroorzaakt door:
  • inwendige prikkels
  • uitwendige prikkels

Slide 3 - Tekstslide

Gedrag
  • Prikkel  verandering waarop je kunt reageren.
  • Inwendige prikkel:  prikkel veroorzaakt door je eigen lichaam
  • Uitwendige prikkel: prikkel uit je omgeving.

Prikkels komen binnen bij zintuigen.
Zintuigen geven een impuls aan het zenuwstelsel
Je hersenen reageren en zorgen dat je lichaam reageert.
Respons: = een reactie op een prikkel.  (bewust of onbewust)

Slide 4 - Tekstslide

Prikkels
Inwendige prikkel  =  motivatie  =  prikkel uit je eigen lichaam
  • honger
  • dorst
  • hormonen  (je zegt dus nooit: zin in seks)
Uitwendige prikkel = prikkel uit je omgeving
  • geur
  • kleur
  • licht
  • temperatuur

Slide 5 - Tekstslide

Prikkels
Gedrag vindt plaats door zowel inwendige prikkels (motivatie) als uitwendige prikkels 
=> allebei nodig!
Vb: je ruikt patat. Maar je eet het alleen op als je ook honger hebt.

Slide 6 - Tekstslide

Slapen is gedrag?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de inwendige prikkel voor de balts?

Slide 8 - Open vraag

Een vaste, snelle onbewuste reactie op een bepaalde prikkel noem je een..
A
impuls
B
respons
C
reflex
D
bewuste reactie

Slide 9 - Quizvraag

Prikkel/respons
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plek
respons
prikkel
Je ruikt een gaslucht
Je schrikt
Je loopt naar het gasfornuis
Je ziet dat de gasknop open staat
Je draait het gas uit

Slide 10 - Sleepvraag

Mira is buiten aan het werk. Ze krijgt het warm en trekt haar jas uit.
Is het uittrekken van haar jas een respons op een inwendige of op een uitwendige prikkel?
A
inwendige prikkel
B
uitwendige prikkel

Slide 11 - Quizvraag

Een blauwe reiger staat op zijn lange poten aan de rand van een sloot langdurig onbeweeglijk naar het water te kijken. Plotseling flitst zijn kop in de richting van een rimpeling in het water. De kop komt weer uit het water tevoorschijn, waarna de reiger een kikker naar binnen schrokt.

Is het met zijn kop naar de rimpeling in het water flitsen en de kikker ophappen een prikkel of respons?
A
prikkel
B
respons

Slide 12 - Quizvraag

Wat is gedrag?
A
het maken van alle bewegingen van een mens of een dier.
B
alles wat een dier of mens doet, dus ook zweten en huilen.
C
alles wat een dier doet om zijn baasje het naar zijn zin te maken.
D
een respons

Slide 13 - Quizvraag

In een dierentuin beginnen wolven vaak te janken als zij het geluid van een sirene horen. De oppassers zijn aan dit jankgedrag van de wolven gewend. Argeloze bezoekers schrikken er soms van.
Wordt in de tekst een respons van de wolven genoemd?
A
ja, de sirene
B
ja, het janken
C
nee

Slide 14 - Quizvraag

Sleutelprikkel
Een uitwendige prikkel die altijd dezelfde respons geeft.
(Wordt veroorzaakt door erfelijke aanleg)

Slide 15 - Tekstslide

di 21 maart
maken opdr. 11
lezen blz 14 en 15
maken 12 tm 18

Slide 16 - Tekstslide

Sleutelprikkel
Bijvoorbeeld: 
een zwaluw komt op het nest.
De jonge zwaluw doet zijn bek open
De binnenkant is felgekleurd
De ouders voeren het jong.
Sleutelprikkel = de felgekleurde binnenkant

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat is de sleutelprikkel voor het stekelbaars-mannetje om aan te vallen?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video

wat
Opdrachten
Hoe
lees de tekst nog eens goed door.
Hulp
1) boek    2) medeleerling  3 ) docent
Tijd
 Eerst in stilte -> daarna rustig overleggen.
Klaar
Opdrachten af? Controleer of je de opdrachten juist gemaakt hebt! ( via teams )

Ga aan de slag met test jezelf online 
of biologiepagina.nl
of oefenLessonUps

Slide 21 - Tekstslide

Als een prikkel
steeds dezelfde
reactie (respons) geeft noem je dit:

A
een sleutelprikkel
B
een uitwendige prikkel
C
een inwendige prikkel
D
een respons

Slide 22 - Quizvraag

Een blauwe reiger staat op zijn lange poten aan de rand van een sloot langdurig onbeweeglijk naar het water te kijken. Plotseling flitst zijn kop in de richting van een rimpeling in het water. De kop komt weer uit het water tevoorschijn, waarna de reiger een kikker naar binnen schrokt.

Is de rimpeling in het water een prikkel of respons?
A
prikkel
B
respons

Slide 23 - Quizvraag



Wat zie je in de afbeelding?

A
Het jong reageert op een sleutelprikkel
B
Het oudere dier geeft een respons
C
Het jong reageert op een gewone prikkel
D
Het oudere dier reageert op een sleutelprikkel

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

gedragsketen
  • mensen en dieren hebben altijd een stappenplan voor hun gedrag. 
  • zo een stappenplan noem je een gedragsketen. een voorbeeld:

Slide 27 - Tekstslide

Gedragsketen

Slide 28 - Tekstslide

Ethologie
* De wetenschap die het gedrag van dieren bestudeert
* Veel waarnemen!

Dian Fossey leefde tussen de berggorilla's



Slide 29 - Tekstslide

Ethologie
Dian Fossey ( leven tussen de berggorilla's )
timer
3:00

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Onderzoek naar gedrag
Onderzoek naar gedrag doe 
je met behulp van een:
* protocol
* ethogram

Slide 32 - Tekstslide

Gedragsonderzoek:
Het ethogram
Gedrag bestaat uit een reeks handelingen.

Bijvoorbeeld: 
Een giraf loopt naar het water, zet zijn voorpoten schuin, buigt zijn nek naar het water en drinkt het water.

Deze handelingen kun je beschrijven. 
De lijst met beschrijvingen heet een ethogram

Slide 33 - Tekstslide

Gedragsonderzoek
Onderzoeksmethodes:
Ethogram >

Protocol  v

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Ethogram maken
  • Een ethogram is een beschrijving van het aantal handelingen die een dier laat zien.
  • De handelingen schrijf je op.
  • Daarna schrijf je er een afkorting bij
  • Door het maken van een ethogram kan je gedragsonderzoek doen.
  • Je hebt het ethogram nodig voor het protocol

Slide 36 - Tekstslide

Protocol maken
  • Een protocol is een beschrijving van het aantal handelingen van een dier in een bepaalde tijdsperiode.
  • De handelingen kan je turven
  • Door het maken van een protocol kom je er achter welke handeling een dier het meest maakt
  • De resultaten van een protocol worden verwerkt in een staafdiagram

Slide 37 - Tekstslide


Wat is ethologie?

A
Het bestuderen van gedrag
B
Het beïnvloeden van gedrag
C
Het gedrag van dieren veranderen
D
Het gedrag van mensen veranderen

Slide 38 - Quizvraag


Wat is ethologie?

A
Het bestuderen van gedrag
B
Het beïnvloeden van gedrag
C
Het gedrag van dieren veranderen
D
Het gedrag van mensen veranderen

Slide 39 - Quizvraag

Wat weet je van een ethogram?

Wat is ...............waar?
NIET
A
Je schrijft op wat een dier doet
B
Een gedragshandeling wordt omschrijven
C
Je schrijft bijv. op dat een hond agressief is
D
Het is een lijst met beschrijvingen van gedrag

Slide 40 - Quizvraag

Is dit een ethogram
en/of een protocol?
A
Zowel een ethogram als een protocol
B
Ethogram
C
Protocol
D
Geen van beiden

Slide 41 - Quizvraag

Hier is om de 15 sec. genoteerd
Gedragsketen
Protocol
Ethogram

Slide 42 - Sleepvraag


A
Links protocol, rechts ethogram
B
Links ethogram, rechts protocol

Slide 43 - Quizvraag


Wat is een protocol?

A
Je schrijft op wat je van het gedrag vindt
B
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij één dier
C
Je schrijft op wat het dier doet
D
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij alle dieren van één soort

Slide 44 - Quizvraag

Aap
Oefening: Bestudeer het gedrag van de apen in het filmpje op de volgende slide.
Noteer 10 gedragselementen. Noteer de afkorting en de handeling. Maak daarna een ethogram over het spelende aapje.

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Supranormale prikkel
Supranormale prikkel => sterke sleutelprikkel
                                              => geeft sterkere respons
                                              

Slide 47 - Tekstslide

Sleutelprikkel / supranormale prikkel
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plek
sleutelprikkel
supranormale prikkel
De benen van een fotomodel worden met fotoshop verlengd
je reageert op het huilen van een baby
een merel voert het jong zodra het jong zijn bekje opendoet
het supergrote ei in het nest wordt beter bebroed
Babydieren zijn zooooo schattig

Slide 48 - Sleepvraag

Sleutelprikkel / supranormale prikkel
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plek
sleutelprikkel
supranormale prikkel

Slide 49 - Sleepvraag