SCC - PC, impératif, FS (herhaling)

1. hulpwerkwoord
- avoir / être


 





hulpww être? -> accord!
2. voltooid deelwoord
- regelmatige werkwoorden:
    * -er  = é
    * -re  = u
    * -ir    = i
- onregelmatige werkwoorden: 
    * avoir       = eu
    * être         = été
    * faire        = fait
    * prendre = pris

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1. hulpwerkwoord
- avoir / être


 





hulpww être? -> accord!
2. voltooid deelwoord
- regelmatige werkwoorden:
    * -er  = é
    * -re  = u
    * -ir    = i
- onregelmatige werkwoorden: 
    * avoir       = eu
    * être         = été
    * faire        = fait
    * prendre = pris

Slide 1 - Tekstslide

samenvatting
Le passé composé
  • Le passé composé = de voltooid tegenwoordige tijd
  • Om te vertellen wat je gedaan hebt

Ik heb gepraat, wij hebben gedanst, hij heeft gelopen, jullie hebben gegeten etc...

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb gereisd
........ ................. (voyager - je)

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

zij heeft gekozen
........ ................. (choisir - elle)

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wij hebben gewacht
................ ................. (attendre - nous )

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

zij is naar boven gegaan.
.......... ................ (monter - elle)

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(aller - nous)

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(rester - il)

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

L'impératif

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Traduis: Louis werk!

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Traduis: Louis en George, werk!

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Traduis: Louis en George, laten we werken!

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Futur simple 
Hele ww
Uitgang
Futur simple
Je
manger
-ai
Je mangerai
Tu
manger
-as
Tu mangeras
Il / Elle / On
manger
-a
Il mangera
Nous
manger
-ons 
Nous mangerons
Vous
manger
-ez
Vous mangerez
Ils / Elles
manger
-ont
Ils mangeront

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Futur simple
De futur simple --> om te zeggen dat iets nog gaat gebeuren.
 



Exemple: Je déménagerai en France.
                      Ik zal verhuizen naar Frankrijk.

Je vertaalt dus de futur simple door
 "zullen" + een heel werkwoord.





Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Futur simple: je - danser

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Futur simple: vous - choisir

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Futur simple: ils - partir

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies