Koppelteken, Spelling 5.9

Koppelteken
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Koppelteken

Slide 1 - Tekstslide

Koppelteken
- 2 klinkers na elkaar die je 
fout kunt uitspreken

Slide 2 - Tekstslide


Wil je vanavond meeeten?
A
meeeten
B
mee-eten

Slide 3 - Quizvraag

Is het woord correct geschreven:
mini-jurk
A
Correct geschreven
B
Niet correct geschreven

Slide 4 - Quizvraag

Ontbreekt er een koppelteken in het onderstreepte woord?
De politieagent hield mij aan.
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Ontbreekt er een koppelteken in het onderstreepte woord?
Heb jij mij zoeven gezien?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Ontbreekt er een koppelteken in het onderstreepte woord?
Ik wil graag een vanilleijsje.
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Ontbreekt er een koppelteken in het onderstreepte woord?
Durf jij van de glijbaan te zoeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Ontbreekt er een koppelteken in het onderstreepte woord?
Ik ga naar mijn diplomauitreiking
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Ontbreekt er een koppelteken in het onderstreepte woord?
Ik had al zoiets gekocht
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel van deze woorden schrijf je met een koppelteken?
zeeegel - koffieautomaat - beoefenen - videoopname
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer koppelteken?
In samengestelde woorden die beginnen met:
- cijfers
- letters
- afkortingen
-symbolen
- na "niet"
- na "ex"

Slide 12 - Tekstslide