Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Cursus 6 Formuleren Par 1 - De-woorden en het-woorden
de-woorden & het-woorden
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
de-woorden & het-woorden
Slide 1 - Tekstslide
Cursus 6 Paragraaf 1
De-woorden en het-woorden
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
- Je kunt bepalen of een zelfstandig naamwoord het lidwoord 'het' of 'de' krijgt.
- Je herhaalt de grammatica van lidwoorden en zelfstandig naamwoorden.
Slide 3 - Tekstslide
de-woorden en het-woorden
In de Nederlandse taal kennen we
de-woorden
het-woorden
Slide 4 - Tekstslide
de-woorden en het-woorden
Meestal weet je wel bij een zelfstandig naamwoord of het
een de-woord of een het-woord is.
Slide 5 - Tekstslide
de-woorden en het-woorden
Weet je het niet zeker?
Zoek het woord op in een woordenboek of online-woordenboek.
Het lidwoord staat er altijd achter:
computer, de (m) -s
Slide 6 - Tekstslide
Welke woorden zijn de / die woorden?
A
insect
B
paprika
C
toestel
D
parade
Slide 7 - Quizvraag
Die of dat woorden verwijzen naar
het-woorden
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Dat was een enorme domper. Het woord ‘domper’ is een [de-woord / het-woord].
A
de-woord
B
het-woord
Slide 9 - Quizvraag
Welke woorden zijn 'het' woorden?
A
categorie
B
contrast
Slide 10 - Quizvraag
Welke woord is een 'het' woord?
A
sanctie
B
delict
Slide 11 - Quizvraag
Welk woord is een 'het' woord?
A
offensief
B
procedure
Slide 12 - Quizvraag
Welk woord is een 'het' woord?
A
panorama
B
prognose
Slide 13 - Quizvraag
Zijn verkleinwoorden
de-woorden of het-woorden?
A
de-woorden
B
het-woorden
Slide 14 - Quizvraag
Zijn woorden in meervoud
de-woorden of het-woorden?
A
de-woorden
B
het-woorden
Slide 15 - Quizvraag
Maken
digitaal lesboek
Opdracht 1-2-3-4-5
Snel klaar? maak ook de extra opdrachten
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Cursus 5 Grammatica Par 3 - Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Maart 2024
- Les met
33 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Zelfstandige naamwoorden
December 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
1BKA Cursus 7 Spelling Verkleinwoorden
September 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Cursus 7 Par. 5 Verkleinwoorden
Mei 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cursus 7 Par. 4 Verkleinwoorden
Mei 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammatica Cursus 5 Par. 2 Woordsoorten - Zelfstandig naamwoord en lidwoord
September 2023
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Cursus 6 paragraaf 2 'de'-woorden en 'het'-woorden
September 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Grammatica Cursus 5 Par. 2 Woordsoorten - Zelfstandig naamwoord en lidwoord
December 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1