Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Cursus 6 paragraaf 2 'de'-woorden en 'het'-woorden
Cursus 6 paragraaf 2
'de'-woorden en 'het'-woorden
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Cursus 6 paragraaf 2
'de'-woorden en 'het'-woorden
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Cursus 6 par. 1 De- en het-woorden
Herhalen theorie: Hoofdletters
Theorie: De- en het-woorden
Zelfstandig aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
Herhalen Hoofdletters
Aan het einde van de les:
kun je hoofdletters op de juiste manier gebruiken √
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoel:
Aan het einde van de les:
bepalen of een zelfstandig naamwoord het lidwoord de of het krijgt.
Slide 4 - Tekstslide
'de'-woorden en 'het'-woorden
Zelfstandige naamwoorden kun je in het Nederlands verdelen in
de-woorden
en
het-woorden
.
Woorden met het lidwoord '
de
' zijn
mannelijk
(m) of
vrouwelijk
(v).
Woorden met het lidwoord '
het
' zijn
onzijdig
(o).
Als je niet weet of een zelfstandig naamwoord een de-woord of het-woord is, kijk je in een (online) woordenboek.
Slide 5 - Tekstslide
het-woorden:
Verkleinwoorden zoals boompje, stuurtje etc. zijn altijd het-woorden.
-isme, -ment, -sel en -um zijn altijd het-woorden
woorden met twee lettergrepen die beginnen met be-, ge-, ver- en ont-.
Slide 6 - Tekstslide
Zo gebruik je de en het, deze en dit, die en dat
Gebruik bij een de-woord deze en die:
de kano, deze kano, die kano;
de regering, deze regering, die regering.
Gebruik bij een het-woord dit en dat:
het cadeau, dit cadeau, dat cadeau.
het huis, dit huis, dat huis.
Nu even snel oefenen!
Slide 7 - Tekstslide
boom
A
de
B
het
Slide 8 - Quizvraag
boompje
A
de
B
het
Slide 9 - Quizvraag
gras
A
de
B
het
Slide 10 - Quizvraag
vogel
A
de
B
het
Slide 11 - Quizvraag
vogeltje
A
de
B
het
Slide 12 - Quizvraag
badkamer
A
de
B
het
Slide 13 - Quizvraag
zwembad
A
de
B
het
Slide 14 - Quizvraag
potlood
A
de
B
het
Slide 15 - Quizvraag
debat
A
de
B
het
Slide 16 - Quizvraag
carrousel
A
de
B
het
Slide 17 - Quizvraag
voetbal
A
de
B
het
Slide 18 - Quizvraag
Zelfstandig aan het werk
timer
15:00
Opdracht:
Maak nu zelfstandig opdracht 1 t/m 5 in je boek blz 208
Je mag overleggen.
Hulp nodig?
In deze volgorde:
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt
15 minuten de tijd
Klaar?
Meld je bij de docent.
Na 15 minuten gaan we samen de opgaven bespreken.
Slide 19 - Tekstslide
Vond je deze paragraaf moeilijk of makkelijk?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 20 - Poll
Afsluiten:
Aan het einde van de les:
bepalen of een zelfstandig naamwoord het lidwoord de of het krijgt. √
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Onderdeel 1 cursus 6 paragraaf 2 'de'-woorden en 'het'-woorden
September 2024
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Onderdeel 1 cursus 6 paragraaf 2 'de'-woorden en 'het'-woorden
Augustus 2024
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Les 2 - de- en het-woorden
Maart 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Onderdeel 1 cursus 6 paragraaf 2 'de'-woorden en 'het'-woorden
September 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Les 44. Formuleren c6p2 de- en het-woorden
April 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
verkleinwoorden
Maart 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
§4 Verkleinwoorden
November 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Lidwoorden
September 2023
- Les met
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs