MH1A PTD4 4.2 = ww vervoegen + ik-vorm 15-01-25

15-01-'25
op tafel
leesboek
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

15-01-'25
op tafel
leesboek

Slide 1 - Tekstslide

Welkom MH1A
Wat gaan we doen deze les?
  • 10 Minuten lezen
  • Huiswerk bespreken
  • Werkwoorden vervoegen
  • Blooket Persoonsvormen
doel
overzicht geven
structuur bieden

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
Lees 10 minuten in je eigen boek.
leerdoelen
+ woordenschat
+ concentratie
+ inleven in hoofdpersonen


timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk 4.1 F > herhaling
Vragen over:
  • werkwoorden
  • persoonsvorm > tijdproef
  • voltooid deelwoord
  • werkwoordelijk gezegde


leerdoel
herhalen =
beter begrip
beter onthouden

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoorden vervoegen
Vervoegen = passend maken.
Je past het werkwoord aan:
  • de tijd (tt of vt) van de zin
  • het onderwerp (ev of mv) van de zin
Ik pak een appel (ev/tt) - Ik pakte een appel (ev/vt)
Jij pakt een appel (ev/tt) - Jij pakte een appel (ev/vt)
Wij pakken een appel (mv/tt) - Wij pakten een appel (mv/vt)
Maken: Learnbeat  4.2 B en C
timer
8:00

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoorden vervoegen
  • Learnbeat opdrachten 4.2 B & C 
     antwoorden bespreken
  • Blooket 'persoonsvorm herkennen'
     Gebruik de tijdproef!
     Het podium (nummer 1, 2 en 3) krijgen iets lekkers. 

Slide 6 - Tekstslide

Afsluiting
Wat hebben we gedaan?
> werkwoorden vervoegen
> ik-vorm schrijf je soms anders dan 
   ww - en (lezen / bakken)

  • Leesautobiografie: donderdag inleveren.
  • Toets PTD4 uitgesteld > donderdag 30/1. 
vervolg
4.2 
spelling pv in tt


Slide 7 - Tekstslide

Hele werkwoorden
Werkwoorden (ww) werken. Ze doen iets. 
  • Lopen. Denken. Verdienen. 

Vindproef > Zet er ik / jij / wij voor. Klopt dat?
  • Ik loop. Jij denkt. Wij verdienden.
Let op ww over het weer: daar kan alleen het voor.
  • Onweren > het onweert. Sneeuwen > het sneeuwt.

leerdoel:
ww. herkennen

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoordsvorm 1 = de pv
Persoonsvorm (pv) = enige ww. dat zich aanpast.
  • aan de persoon die het doet
  • aan de tijd: tegenwoordige tijd of verleden tijd.
Ik loop de trap af. 
  • andere persoon = Wij lopen de trap af. 
  • andere tijd = Ik liep de trap af.
Vindproef > Zet de zin in een andere tijd. Het woord dat verandert = pv. Tijdproef.

Samen oefenen: Learnbeat 4.1 F opdracht 3

leerdoel:
pv. herkennen

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoordsvorm 2 = vdw
Voltooid deelwoord (vdw) = ww. dat aangeeft 
dat iets voltooid is = het is gebeurd. Staat altijd in 
een zin met de hulpww. hebben / worden / zijn.
  • Jan heeft het brood gebakken.
  • Bestellingen worden door hem bezorgd.
  • De broden zijn al snel allemaal verkocht.

Vindproef > Een vdw. begint vaak met ge... / be.../ ver...

Samen oefenen: Learnbeat 4.1 F opdracht 5

leerdoel:
vdw. herkennen

Slide 10 - Tekstslide

Alle werkwoorden samen
Werkwoordelijk gezegde (wwg) = alle ww. in 
een zin. Vormen samen de kern van de zin >
kort gezegd.
  • Jan heeft het brood gebakken.
Splitsbaar ww = ww staat in twee delen in de zin. 
  • De docent geeft het huiswerk op
Wwg met 'te' en 'aan te':
  • Zij zit een spannend boek te lezen.
Samen oefenen: Learnbeat 4.1 F opdracht 7

leerdoel:
wwg. herkennen

Slide 11 - Tekstslide

Mijn (huis)regels
1) Tijdens mijn instructie, luistert iedereen.
     Ik geef per onderdeel aan wat ik verwacht: 
  • zelf werken in stilte
  • samenwerken 

2) Blijf van elkaar en elkaars spullen af. 

3) Na 2 waarschuwingen neem ik maatregelen.

4) Water drinken en gebruik oortjes / koptelefoon = toegestaan. 
5) Laat je plek netjes achter = stoel aanschuiven; tafel en vloer leeg.
doel
verwachting duidelijk maken



Slide 12 - Tekstslide