Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3.7 Zelfstandig werken bedrijvend/lijdend
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
10 minuten lezen!
timer
5:00
vijf minuten lezen
Ondertussen check ik presentie, presenteer dus de beste versie van jezelf!
Slide 2 - Tekstslide
Welkom!
3.7 Zelfstandig werken bedrijvend/lijdend
1
Opening/presentie/ plaatje van de week
2
Quizje
mmarinus@
lauwerscollege.nl
3
Zelfstandig werken
4
Wat hebben we geleerd of gemist?
5
Afsluiten
Kennen
, kunnen en doen:
Je herkent het verschil tussen de lijdende en bedrijvende vorm van zinnen.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen de bedrijvende en de lijdende vorm?
A
In de bedrijvende vorm is het onderwerp van de zin de handelende persoon, terwijl in de lijdende vorm het onderwerp van de zin de handeling ondergaat.
B
Er is geen verschil tussen de bedrijvende en de lijdende vorm.
C
In de bedrijvende vorm is het onderwerp van de zin altijd een persoon, terwijl in de lijdende vorm het onderwerp van de zin altijd een object is.
Slide 4 - Quizvraag
Wat verandert er als een bedrijvende zin lijdend wordt gemaakt?
A
lv wordt o
B
o wordt lv
C
o wordt door-bepaling
D
lv wordt door-bepaling
Slide 5 - Quizvraag
Lijdende of bedrijvende vorm?
'Er is gisteren bij hem ingebroken.'
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm
Slide 6 - Quizvraag
Neeltje zoekt een kamer in Eindhoven.
lijdend / bedrijvend?
A
lijdend / passief
B
bedrijvend / actief
Slide 7 - Quizvraag
Bedrijvend of lijdend?
Het eindexamen is erg moeilijk.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen de lijdende en de bedrijvende vorm?
A
lijdend = passief bedrijvend = actief
B
er is geen verschil
C
lijdend = actief bedrijvend = passief
Slide 9 - Quizvraag
lijdend of bedrijvend?
Op school wordt er door ons hard gewerkt.
A
bedrijvende zin
B
lijdende zin
Slide 10 - Quizvraag
Bedrijvend of lijdend?
De vuurpijl zou afgeschoten worden.
A
bedrijvend
B
lijdend
Slide 11 - Quizvraag
Nu stimuleert zelfs de overheid het tandenpoetsen, zodat
in gebitten geen gaatjes ontstaan.
A
Bedrijvend, Bedrijvend
B
Lijdend, Lijdend
C
Bedrijvend, Lijdend
D
Lijdend, Bedrijvend
Slide 12 - Quizvraag
Wat?
Vanaf blz. 201: 1 t/m 7 en 9.
Hoe?
Met je laptop, boek en schrift. En een pen.
Hulp
Je mag me altijd vragen stellen.
Tijd
Tot aan een paar minuten voor het einde van de les.
Klaar?
Breid je spiekbriefje uit, kijk naar blz. 5 van je boek. Je kunt ook bezig met het boekopdrachtformulier.
Aan de bak!
Slide 13 - Tekstslide
Bedankt en tot morgen!
Kennen
, kunnen en doen:
Je herkent het verschil tussen de lijdende en bedrijvende vorm van zinnen.
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
1.7 Uitleg neven- en onderschikkende voegwoorden
24 dagen geleden
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1.7 zinsontleden- Samengestelde zinnen
November 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1.7 zinsontleden- Extra oefenen naamw. gezegde
November 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Sprookje herschrijven - inleveren en 1.7 zinsontleden
November 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Blz 22/23, leesvaardigheid: 7; 8; 9 en 11
Oktober 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Lezen, blz 25: vraag 12, 13, 14 en 15
Oktober 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
3.7 verder
Januari 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
online les 10 - grammatica zinsdelen 3.7
Januari 2021
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2