Opvoeding 3.1.

Opvoeding 3.1.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Opvoeding 3.1.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heb je periode 2 afgerond?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

periode 3
- Nog openstaande opdrachten voor opvoeding?
Deze worden in periode 3 week 2 nagekeken

- Groene, gele en rode kaart

- 21 februari lesbezoek

Slide 3 - Tekstslide

Periode 3

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen 3.1.
  • Weet dat kinderen een vertrouwensfiguur nodig hebben om zich veilig te voelen ​
  • Kent het belang van voorspelbaarheid en van ritme in vertrouwde gebeurtenissen ​
  • Kent het belang van ‘onverdeelde aandacht geven’ en weet wat ‘sensitief-responsief’ inhoudt 



paragraaf. 9.1.

Slide 5 - Tekstslide

Deze les maken we een mindmap


Schrijf zoveel mogelijk over veilig klimaat

Slide 6 - Tekstslide

veilig klimaat
  • vertrouwensfiguur
  •  structuur
  • sensitieve responsiviteit 
  • interactie (complimenten)
  • regels 
  • belonen en straffen

Slide 7 - Tekstslide

veilig leerklimaat en hechting
Een veilig leerklimaat is een voorwaarde voor 
veilige hechting

Slide 8 - Tekstslide

Hechting

Slide 9 - Woordweb

Wat is hechting

Hechting is de behoefte van mensen om de nabijheid van een of meerdere specifieke personen te zoeken


Slide 10 - Tekstslide

Type A: Onveilig-vermijdend gehechte kinderen.

Deze kinderen hebben hun gehechtheid geminimaliseerd, omdat zij ervaren hebben dat de ouder relatief vaak afwijzend, zakelijk of weinig sensitief is. 

Ze negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich zelfstandig.

Slide 11 - Tekstslide

Type B: Veilig gehechte kinderen
Bij deze kinderen is er een goede balans tussen het ontdekken van nieuwe dingen en gehechtheidsgedrag. 

Als de ouder weggaat is het kind angstig, als de ouder terug komt is het kind blij!

 Ouders zijn sensitief, coöperatief en toegankelijk.

Slide 12 - Tekstslide

Type C: Onveilig-afwerend gehechte kinderen.
 Deze kinderen zoeken juist heel veel toenadering bij de opvoeder.
 
De afwezigheid van de opvoeder leidt tot angst terwijl de terugkeer van de ouder begroet wordt met boosheid en verontwaardiging. 

De opvoeder is vaak onvoorspelbaar voor het kind en afwezig op cruciale momenten.

Slide 13 - Tekstslide

Type D: Gedesorganiseerd gehechte kinderen. 
Bij deze kinderen is sprake van gedrag met kenmerken van hechtingstype A en C. 

Enerzijds zoeken zij toenadering tot de ouder, terwijl dat tegelijkertijd stress en angst oplevert. 

De omgang met de ouder is vaak inconsequent geweest en onvoorspelbaar terwijl ook vaak sprake is van trauma's of andere ingrijpende gebeurtenissen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Elly gaat een paar dagen bij kennissen slapen, omdat haar ouders wegens een sterftegeval weg moeten. Elly is nog nooit ergens gaan logeren en ze is dan ook ontroostbaar wanneer haar ouders weggaan. Uiteindelijk houdt het huilen op, maar ze blijft lusteloos en reageert ongeïnteresseerd. Wanneer de ouders van Elly haar weer komen ophalen reageren ouders verbaasd als Elly zich woedend en huilend op hun stort. Als moeder Elly probeert te troosten slaat Elly moeder met haar handjes in haar gezicht.
A
Onveilig-vermijdende hechting
B
Onveilige-afwerende hechting
C
Veilige hechting
D
Gedesorganiseerde hechting

Slide 16 - Quizvraag

Libby gaat met haar 3 zussen een paar dagen logeren bij haar tante. Hier verheugd ze zich erg op. Op de derde avond van de logeerpartij komt Libby maar niet in slaap. Dan heeft ze weer dorst, dan moet ze weer plassen en dan denkt ze weer aan iets engs. Wanneer tante bij haar komt zitten geeft Libby aan dat haar buik aangeeft dat ze heel erg naar mama verlangt. Tante geeft haar een dikke knuffel en geeft aan dat mama er morgen weer is.
A
Onveilige vermijdende hechting
B
Onveilige -afwerende hechting
C
Veilige hechting
D
Gedesorganiseerde hechting

Slide 17 - Quizvraag

Isa (9) is geboren in China. Toen ze 1,5 jaar was is ze te vondeling gelegd voor de deur van een weeshuis. Ze werd geadopteerd door een Nederlands gezin toen ze 3 jaar was. De omstandigheden in het weeshuis waren slecht. Isa heeft behoorlijke hechtingsproblemen. Wanneer iets haar niet lukt of ze ervaart stress, wordt ze agressief naar andere kinderen en gooit ze hun spullen kapot.
A
Onveilige vermijdende hechting
B
Onveilige-afwerende hechting
C
Veilige hechting
D
Gedesorganiseerde hechting

Slide 18 - Quizvraag

Eindopdracht 1
Bedenk een complimenten spel:

- voor welke doelgroep?
- Geef een beschrijving van het spel. Waarom is dit spel gericht op een veilig klimaat?
- Hou breng je structuur aan? (regels)
- Hoe zorg je voor sensitieve responsiviteit?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Volgende les
Autonomie 

Slide 21 - Tekstslide

Eigen Casus uit de praktijk

Slide 22 - Tekstslide

Gevolgen onveilige hechting

Slide 23 - Tekstslide

1. Minder zelfvertrouwen
Een goede hechting met ouders of andere primaire opvoeders in de eerste levensjaren is essentieel voor een voorspoedige sociaal-emotionele, taal en cognitieve ontwikkeling van het kind.

Slide 24 - Tekstslide

2. Minder veerkracht
Veerkracht: het vermogen om te herstellen van stress en tegenslag

Veerkracht ontstaat vanaf de geboorte door de verwachtingen die een kind ontwikkelt over de beschikbaarheid van anderen (vertrouwen) en de persoonlijke effectiviteit (zelfvertrouwen).

Slide 25 - Tekstslide

3. Mindering in cognitie en taal
Kinderen leren door sensitieve reacties van hun ouders verbanden te leggen tussen hun gedrag en het effect daarvan. Als kinderen dit nooit geleerd hebben, ontwikkelen ze minder cognitie- en taalvermogen.

Slide 26 - Tekstslide

4 Overige problemen
1.  Een onveilige gehechtheidsrelatie is een risicofactor in de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. 
2. Jongens die een gedesorganiseerde gehechtheidsrelatie hebben kunnen meer gedragsproblemen ontwikkelen.
3. Een onveilige hechting heeft invloed op het empathisch vermogen en sociale vaardigheden van kinderen. 
4. Kinderen met hechtingsproblemen hebben een grotere kans op psychiatrische aandoeningen zoals depressies, verslavingen, angststoornissen, en eetproblemen 
5. Kinderen met hechtingsproblemen hebben meer kans om later zelf kinderen te hebben met deze problemen. 

Slide 27 - Tekstslide

Zijn de doelen behaald?
1. Aan het einde van de les kun je vertellen wat hechting is.


2. Aan het einde van de les weet je hoe het hechtingsproces verloopt.

3. Aan het einde van de les weet je welke soorten hechting er zijn.

4. Aan het einde van de les weet je welke gevolgen onveilige hechting met zich mee kunnen brengen. 


Slide 28 - Tekstslide