13.2 de nieren

13.2 de nieren
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

13.2 de nieren

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
Je kunt de bouw, werking en functie beschrijven van de nieren.
Je kunt de relatie tussen de bouw en de functie van de nieren herkennen.
Je kunt de rol van de nieren bij uitscheiding benoemen.
Je kunt de begrippen ultrafiltratie, terugserorptie en ureum uitleggen. 
Je kunt de relatie tussen bloeddruk en de werking van de nieren uitleggen. 
Je kunt uitleggen hoe het hormoon ADH de nieren aanstuurt en welke invloed dat heeft op het lichaam.
Je kunt uitleggen wat negatieve terugkoppeling is.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

niereenheden
1. handhaven osmotische waarde bloed (door water/ zouten meer of minder uit te scheiden)
2. filteren bloed (afvalstoffen eruit filteren)

1 miljoen niereenheden per nier
deels in schors, deels in merg

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

werking

  • bloeddruk
  • ultrafiltratie
  • terugresorptie
  • excretie

Slide 7 - Tekstslide

Waar lijkt voorurine qua samenstelling het meest op?
A
bloed
B
urine
C
bloedplasma

Slide 8 - Quizvraag

Figuur 7 in je boek:
Op welke plek kun je urine aantreffen?
A
4
B
6
C
8
D
9

Slide 9 - Quizvraag

In de nierkanaaltjes worden de bruikbare stoffen uit de voorurine opgenomen. Waarom noemen we dit terugresorptie en niet gewoon resorptie (zoals in de darmen)?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

urine
Jouw 5L bloed wordt 230x gefilterd per 24 uur

1. alles eruit (ultrafiltratie)
2. alles nuttig terug (terugresorptie = actief transport)
3. enkele afvalstoffen er nog uit (excretie = actief transport)

Slide 12 - Tekstslide

ADH
antidiuretisch hormoon (anti-plas hormoon)

weinig water = hoge osmotische waarde en lage bloeddruk

--> meer ADH = meer terugresorptie water dus minder urine


Slide 13 - Tekstslide

Waarom is er bij de regeling van de osmotische waarde m.b.v. ADH sprake van een negatieve terugkoppeling?

Slide 14 - Open vraag

Zijn er nog vragen over 13.2? Of over het huiswerk?

Slide 15 - Woordweb

BINAS

Bestudeer tabellen 85 (A, B, C, D)

Slide 16 - Tekstslide

aan de slag
  1. lezen 13.3 en 13.4
  2. maak met je groepje minimaal 4 30-sec kaartjes met begrippen uit H12 en H13 (4 begrippen per kaartje)
  3. maak alle opgaven van H13 en geef bij mij aan welke vragen je (klassikaal) wilt bespreken
  4. maak met je groepje 4 (lastige) toetsvragen + antwoord over H12 en H13
  5. maak met je groepje 4 (lastige) vragen over de binastabellen van H12 en H13 

Slide 17 - Tekstslide