Een voorbeeldopgave... Ik doe hem voor op het whiteboard. Kijk wat ik doe! Zometeen ben jij aan de beurt.
Slide 8 - Tekstslide
Nu jij! Pak je schrift of een blaadje en schrijf hem helemaal uit!
Slide 9 - Tekstslide
Uitwerking
Ouders heterozygoot, dus beiden Aa (A= rood a=groen)
P. Aa. x. Aa.
Gc. A of a. A of a
F2.
Dus hoe groot is de kans op rode parkietjes hieruit? --> 75% oftewel 3 op 4 Want: AA=rood, Aa=rood en aa=groen
A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa
Slide 10 - Tekstslide
Nu een paar snelle vragen
Slide 11 - Tekstslide
Wat is homozygoot?
A
2 van hetzelfde gen voor een eigenschap
B
één recessieve gen van een eigenschap
C
één dominante gen
Slide 12 - Quizvraag
Recessief betekent bij erfelijkheid
A
Zwak. Kleine letter gebruiken
B
Zwak. Grote letter gebruiken
C
Sterk. Kleine letter gebruiken
D
Sterk. Grote letter gebruiken
Slide 13 - Quizvraag
Zo noteer je heterozygoot.
A
AA
B
aa
C
Aa
Slide 14 - Quizvraag
Hoe geven we bij een kruising de eerste generatie nakomelingen aan?
A
Met F1
B
Met F2
C
Met P
Slide 15 - Quizvraag
Bij konijnen is de vachtkleur zwart dominant over wit. Een homozygoot zwart konijn wordt gekruist met een wit konijn. Wat is het genotype van de konijntjes uit de F1?
A
Aa
B
AA
C
aa
Slide 16 - Quizvraag
Maakwerk 3.3
Boek blz. 179 - 185
Maken = 1 t/m 5!!!
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Krullend haar (A) is dominant boven sluik haar (a). Wat is de fenotypeverhouding in de F1-fase, bij de kruising: AA X Aa?
A
75% krullend haar en 25% sluik haar
B
50% krullend haar en 50% sluikhaar
C
25% krullend haar en 75% sluik haar
D
100% krullend haar en 0% sluik haar
Slide 23 - Quizvraag
Het kunnen rollen van je tong is afhankelijk van de aanwezigheid van een dominant gen. Een zwangere moeder, die haar tong niet kan rollen, krijgt een kind met een vader die dit wel kan. Deze vader is heterozygoot voor deze eigenschap. Hoe groot is de kans dat hun kind later kan tongrollen?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Bij konijnen is de vachtkleur zwart dominant over wit. Een homozygoot zwart konijn wordt enkele malen gekruist met een wit konijn. Hoe groot is de kans op witte konijntjes?
A
100%
B
75%
C
50%
D
0%
Slide 31 - Quizvraag
Bij Andalusische kippen wordt een zwarte haan gekruist met een witte hen. Beide dieren zijn homozygoot. De kuikens zijn allemaal grijs. Wat is het genotype van deze kuikens?
A
AzAz
B
AzAw
C
AwAw
Slide 32 - Quizvraag
INTERMEDIAIR: Een halflangharige cavia heeft een intermediair fenotype. Halflangharige cavia's worden geboren door een kruising tussen een normaalharige cavia en ene langharige cavia. Twee halflangharige cavia's paren met elkaar.
Hoe groot is de kans dat een nakomeling van dit paar halflangharig is?