Paragraaf 2.1/2.2: Ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting

Welkom!
Pak je spullen:
  • Laptop
  • Biologie boek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je spullen:
  • Laptop
  • Biologie boek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1e uur:
Paragraaf 2.1: Ongeslachtelijke voortplanting 

2e uur: 
Paragraaf 2.2: Geslachtelijke voortplanting




Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 2.1: Ongeslachtelijke voortplanting
Gewone celdeling = mitose
Celdeling waarbij geslachtscellen ontstaan = meiose

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen

1.1 Je kunt uitleggen op welke manieren er door ongeslachtelijke voortplanting nakomelingen ontstaan die genetisch identiek zijn aan de ouder.

1.2 Je kunt het verloop van de celcyclus beschrijven en de verschillende fasen benoemen.

Slide 4 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting


knollen          wortelstokken          uitlopers                            bollen
(stengel/wortel)                               (stengel)                            (blad)

Slide 5 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting


Alle nakomelingen ontstaan door celdelingen en zijn dus genetisch identiek aan hun voorouder!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Voortplanting schimmels


  • sporen = cel waar nieuwe schimmel uit komt
  • aan uiteinde schimmeldraad
  • of onder de paddenstoel

Slide 8 - Tekstslide

chromosomen 
  • Dit is een chromosomenportret/Karyogram
  • Mensen hebben 23 paren chromosomen.
  • Totaal 46 chromosomen.
  • De paren zijn gelijk, behalve de geslachtschromosomen  (bij de man XY en vrouw XX)

Slide 9 - Tekstslide

Celcyclus
Bij een celdeling moet iedere dochtercel het DNA 'krijgen' van de moedercel, hiervoor wordt het DNA in de chromosomen gekopieerd (bij mensen 46 chromosomen--> 23 ap

Tijdens het kopiëren, rolt het DNA op in zichtbare chromosomen

Chromosomen worden weergeven in een karyogram


Slide 10 - Tekstslide

Kerndeling en celdeling

Slide 11 - Tekstslide

Celcyclus
  1. Mitose: celkerndeling en celdeling
  2. Interfase: periode tussen twee celdelingen
  • G1-fase: stofwisseling en celgroei
  • S-fase: DNA-replicatie/synthese = kopiëren DNA molecuul
  • G2-fase: stofwisseling en celgroei, synthese van membranen en andere organellen
  • G0-fase: cel is in rust, er treden geen delingen op

Slide 12 - Tekstslide

Celcyclus
Controlepunten:
  • G1-fase: gunstige omgeving?
  • G2-fase: DNA goed verdubbeld en nog steeds gunstige omgeving?
  • M-fase: alle chromosomen bevestigd aan kernspoel?


Slide 13 - Tekstslide

Mitose
Profase: Een centrosoom (spoellichaampje) bestaat uit twee kleine cilinders (de centriolen). Tijdens de profase verdubbelt het centrosoom. De centrosomen bewegen zich naar tegenovergestelde kanten van de cel --> trekdraden gevormd
 De chromosomen rollen op (spiraliseren) en zijn hierdoor sterker. --> zichtbaar met lichtmicroscoop

Slide 14 - Tekstslide

Prometafase: terwijl het kernmembraan verdwijnt, houdt de kernspoel de chromosomen op hun plaats in het midden van de cel. De trekdraden kunnen nu bij de chromosomen komen. Ze hechten zich aan het centromeer.

Metafase: De chromosomen bevinden zich in het midden van de cel. De trekdraden verbinden elk centromeer met een centrosoom.

Slide 15 - Tekstslide

Anafase: de chromatiden laten elkaar los, waarna elk door de trekdraden naar een ander centrosoom wordt getrokken. De chromatiden heten nu weer chromosomen.

Telofase: er vormt zich rondom elke groep chromosomen een nieuw kernmembraan. Doordat de chromosomen zijn verdubbeld en daarna weer zijn gesplitst, bevat elke kern een kopie van de chromosomen in de moedercel.

Slide 16 - Tekstslide

Kunstmatig ongeslachtelijk voortplanten
stekken                        weefselkweek              klonen?!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Waarom we (nog) geen mensen klonen? 
Ethisch argument 
  • Heeft met normen te maken, is het 'juist' om te doen?
  • Bijv. "Het is niet juist om het lichaam van dieren te gebruiken als voeding."

Biologisch argument
  • Heeft met de natuur te maken, wat is het effect op het leven op de wereld?
  • Bijv. "De bio-industrie stoot veel koolstofdioxide uit, wat bijdraagt aan de opwarming van de aarde."

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
 Havo:
Paragraaf 2.1: opdracht 1 t/m 10


VWO: 
Paragraaf 2.1: opdracht  1 t/m 12


Opdrachten niet af = huiswerk














Slide 20 - Tekstslide

Paragraaf 2.2: Geslachtelijke voortplanting

Slide 21 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
  • Bij geslachtelijke voortplanting versmelten twee celkernen --> celfusie
  • De benodigde geslachtscellen noemen we met een mooi woord gameten.
  • Alle andere cellen in het lichaam noemen we somatische cellen.

Slide 22 - Tekstslide

Meiose

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Van diploïd naar haploïde cellen.
  • Geslachtscellen zijn haploid; elke geslachtscel bevat 1 volledige set chromosomen. Dit noem je (n).

  • Een bevruchte eicel bevat 2 volledige sets chromosomen - diploid (2n) - alle lichaamscellen.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

  • binnenste schaamlippen
  • buitenste schaamlippen
  • clitoris (deel van)
  • vagina
  • penis (erectie)
  • teelballen in balzak
  • eikel
  • voorhuid

Slide 28 - Tekstslide

Primaire geslachts-kenmerken vrouw
  • clitoriseikel
  • zwellichamen
  • vagina

Slide 29 - Tekstslide

Vrouw

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Man

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Geslachtscellen --> bevruchting --> celfusie
  • Eicellen worden geproduceerd in de ovaria. --> Vorming heet oögenese.  

  • Zaadcellen worden gevormd in de testes.  --> Vorming van deze zaadcellen heet spermatogenese.

Slide 34 - Tekstslide

Eicellen en Zaadcellen

Slide 35 - Tekstslide

Bevruchting

Slide 36 - Tekstslide

Bevruchting

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag!
 Havo:
Paragraaf 2.2: opdracht 13 t/m 22


VWO: 
Paragraaf 2.3: opdracht  18 t/m 27


Opdrachten niet af = huiswerk














Slide 38 - Tekstslide