Herhaalles spelling H2A

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het meervoud van SNAAR?

Slide 8 - Woordweb

Wat is het meervoud van TARIEF?

Slide 9 - Woordweb

Wat is het meervoud van PROVINCIE?

Slide 10 - Woordweb

Wat is het verkleinwoord van KRING?

Slide 11 - Woordweb

Wat is het verkleinwoord van WC?

Slide 12 - Woordweb

LEESTEKENS
Punt
Komma
Dubbele punt
Aanhalingstekens
Dubbele punt en aanhalingstekens bij directe reden

Slide 13 - Tekstslide

Vul op de puntjes het juiste leesteken:
Toen ik op het station aankwam ... was de trein net vertrokken.
A
Dubbele punt
B
Aanhalingsteken
C
Komma
D
Punt

Slide 14 - Quizvraag

"Als je mee wilt rijden," zei Laura, "moet je me dat vandaag laten weten."
Deze zin is een voorbeeld van:
A
Indirecte rede
B
Directe rede

Slide 15 - Quizvraag

Einstein zei ooit dat geniale mensen zelden ordelijk zijn.
Dit is een voorbeeld van:
A
Directe rede
B
Indirecte rede

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Woordweb

Noteer hier een LEENWOORD

Slide 18 - Woordweb

Koppelteken of geen koppelteken?
A
Astma-aanval
B
Astmaaanval

Slide 19 - Quizvraag

Waar is het koppelteken correct gebruikt?
A
intake-gesprek
B
mbo-niveau
C
pin-code
D
wijn-glazen

Slide 20 - Quizvraag

Waar is het weglatingsstreepje correct gebruikt?
A
Op- en aanmerkingen
B
-Voor en tegenspoed
C
-bomen en kerstballen

Slide 21 - Quizvraag

Tussenletters in samenstellingen
-s: houdbaarheidsdatum, snelheidsovertreding, stadscentrum, dorpsstraat
-en: ziekenhuis, stoelendans, pannenkoek
-e: rijstepap, zonnescherm, gedachtegang, hogeschool, rodekool, beregezellig, reuzeleuk.
 

Slide 22 - Tekstslide

De lente lokt
De lente lokt, het eerste groen ontluikt
ik zie kleur op de wangen van de lentebruid
zij zingt in de parken en de bossen
vraagt of we haar van de winterkou willen verlossen.
Kom warme ????????, kom zachte wind
kom man, kom vrouw, kom lieve kind
kus de dag, ga elk uur beminnen
met het ochtendlicht kun je steeds opnieuw beginnen. 
Ik zie hoe de visser naar zijn dobber staart
kijk hoe de veerboot weer over vaart
de narcissen staan al geel te pronken
zoals jonge meisjes kunnen lonken.
We gaan ons allemaal weer te buiten
horen bomen ruisen, vogels fluiten
de vorst is weg, de donkere dagen zijn voorbij
de zomertijd komt eraan, we krijgen een uur er bij!
de zomertijd komt eraan, we krijgen een uur er bij!


Slide 23 - Tekstslide

Vul je je eigen woord in!

Slide 24 - Woordweb