KNM 4.6 - 4.7

Gezondheid
4.6  Zorg voor ouderen


4.7  De zorgverzekering








1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Gezondheid
4.6  Zorg voor ouderen


4.7  De zorgverzekering








Slide 1 - Tekstslide

4.6 Zorg voor ouderen
Thuiszorg - hulp met schoonmaken en boodschappen doen of met douchen en aankleden.
Mantelzorg - familie of buren zorgen voor de ouderen.
Wijkverpleegkundige - maakt een zorgplan met de huisarts.
Soms heb je meer recht op extra geld voor bijvoorbeeld thuiszorg.
recht op hebben - staat in de regels
Verzorgingshuis of een verpleeghuis - er zijn de hele dag verpleegkundigen aanwezig om voor je te zorgen.
 




Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

4.6 Zorg voor ouderen
  • Oefening 10 op blz. 50 in tweetallen




Slide 4 - Tekstslide

Wat is mantelzorg?
A
Je jas geven aan iemand die het koud heeft.
B
De was doen.
C
Een verpleegkundige die mensen bezoekt in de wijk.
D
Familie of vrienden zorgen voor iemand die oud of ziek is.

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat doet de thuiszorg?
A
helpen met schoonmaken, boodschappen doen, studeren en aankleden
B
helpen met douchen, aankleden, schoonmaken en reizen
C
helpen met schoonmaken, boodschappen doen, douchen en aankleden.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kun je extra zorg regelen?

Slide 9 - Open vraag

Wat staat in een zorgplan?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een verzorgingshuis en een verpleeghuis?
A
In een verpleeghuis wonen mensen die veel zorg nodig hebben. In een verzorgingshuis wonen mensen die niet veel zorg nodig hebben.
B
In een verzorgingshuis wonen mensen die veel zorg nodig hebben, In een verpleeghuis wonen mensen die niet veel zorg nodig hebben.

Slide 13 - Quizvraag

Wat moet je allemaal betalen, als je erg ziek bent of geopereerd moet worden?

Slide 14 - Woordweb

4.7 De zorgverzekering
basisverzekering
vergoedt = betaalt
de huisarts, de ambulance, de meeste kosten in het ziekenhuis,
medicijnen.

Het is verplicht voor iedereen.

Slide 15 - Tekstslide

4.7 De zorgverzekering
aanvullende verzekering
 vergoedt = betaalt
extra

Bijvoorbeeld: tandarts, fysiotherapeut of een psycholoog.
Je betaalt elke maand extra geld.

Slide 16 - Tekstslide

4.7 De zorgverzekering
weinig geld - zorgtoeslag
Kinderen betalen geen premie
Binnen 4 maanden na de geboorte aanmelden bij de verzekering, de verzekering betaalt de zorgkosten.
eigen risico - vanaf 18 jaar moet je een deel van de kosten betalen.


Slide 17 - Tekstslide

4.7 De zorgverzekering
declareren - soms moet je eerst zelf betalen, dan vraag je later terug aan de verzekering.

Je vult dan een formulier in en je stuurt een foto of kopie van de rekening naar de verzekeringsmaatschappij.



Slide 18 - Tekstslide

4.7 De zorgverzekering
  • Oefening 12 op blz. 52

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Is een zorgverzekering verplicht?
A
Ja, alle Nederlanders moeten een basisverzekering en de aanvullende verzekering hebben.
B
De basisverzekering is verplicht en de aanvullende verzekering is niet verplicht.

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de premie?
A
een vergoeding
B
een eigen bijdrage
C
het eigen risico
D
het geld dat je betaalt voor de verzekering

Slide 24 - Quizvraag

Waar kun je zorgtoeslag aanvragen?

Slide 25 - Open vraag

Moet ik mijn kind aanmelden bij de zorgverzekering?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Waarvoor betaal je geen eigen risico?

Slide 29 - Open vraag

Kan ik het eigen risico zelf kiezen?
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quizvraag

Wat is declareren?
A
het geld dat de verzekering je geeft
B
het geld dat je betaalt aan de verzekering
C
zeggen dat je schade hebt
D
geld terugvragen van de verzekeringsmaatschappij

Slide 31 - Quizvraag