Orthopedagogiek lesweek 3.4 (H2 & H3)

Lesplanning week 3.4

1. Terugblik week 3.2
2. Theorie
- Stigmatisering 
- H3: Wanneer noemen we iemand psychiatrisch cliënt?
- H4: psychiater of psycholoog
3. Opdracht levensverhalen
4. Zelfstandig verwerken opdrachten
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
orthopedagogiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning week 3.4

1. Terugblik week 3.2
2. Theorie
- Stigmatisering 
- H3: Wanneer noemen we iemand psychiatrisch cliënt?
- H4: psychiater of psycholoog
3. Opdracht levensverhalen
4. Zelfstandig verwerken opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Welke begrippen van H1 vind jij nog lastig?
(dit is huiswerkopdracht 1)

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Casus
Job (19) jaar is een vrolijke jongen met een stoornis in het autisme spectrum. Job woont sinds kort op zichzelf en heeft 2x per week ondersteuning vanuit Kamertraining
Naast de professionele ondersteuning heeft Job twee goede vrienden die hij wekelijks ziet. Naast sociale contacten vult Job graag zijn vrije tijd met hardlopen en schilderen. In het laatste is hij erg goed.

Jij bent de persoonlijk begeleider van Job en moet hem slecht nieuws vertellen. Je wordt overgeplaatst naar een ander cluster en hij krijgt een nieuwe begeleider. 

Slide 6 - Tekstslide


Noem 2 risicofactoren en 2 beschermingsfactoren vanuit de situatie van Job.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat is volgens jou het verschil tussen een psychiater en een psycholoog?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Het verschil tussen een psychiater en een psycholoog
  • Een psychiater de opleiding tot arts heeft gevolgd. Hij is bevoegd om medicijnen uit te schrijven, in tegenstelling tot een psycholoog. 

  • Om psychiater te worden in Nederland dien je eerst de studie geneeskunde te hebben afgerond, een opleiding die 6 jaar duurt. Hierna kan je solliciteren voor de opleiding tot psychiater. De opleidingsduur hiervan is 4,5 jaar. 

  • Een psychiater behandelt uitsluitend mentale stoornissen  en is vooral geïnteresseerd in het behandelen van geestesziekten. 

  • Een psycholoog wil als gedragsdeskundige het volledige gedrag van een mens verklaren, op verschillende niveaus, verschillende domeinen en via verschillende invalshoeken. Gedrags- en relatieproblemen vallen bijvoorbeeld binnen het terrein van de psycholoog.


Slide 11 - Tekstslide

Verschillende overwegingen bij de keuze voor een psycholoog. Bijvoorbeeld:
  • Specialisatie;
  • leeftijd;
  • geslacht;
  • ervaring.

Het moet sprake zijn van een 'klik'. Bij het bespreken van persoonlijke zaken is er een vertrouwensrelatie nodig.

De cliënt kan zichzelf een aantal vragen stellen om een keuze te maken uit het aanbod van psychologen zoals:

  • Hoe denkt hij/zij over mijn problemen? 
  • Welke werkwijze hanteert de therapeut? 
  • Wat kost de therapie mij aan tijd, geld en energie?
  •  Wanneer kan ik beginnen? Is er een wachtlijst? 
  • Hoe lang kan de therapie duren? 
  • Wat verwacht de psycholoog van mij? 
  • Hoe vaak kan ik terecht en hoe lang duren de gesprekken? Is de psycholoog ook tussen de afspraken door bereikbaar?


Een positieve indruk is belangrijk als het gaat over het kiezen van de juiste psycholoog. Bij twijfels is het handig om eerst nog eens met andere psychologen in gesprek te gaan. 



Slide 12 - Tekstslide

Hoe kom je bij de therapeut terecht?
  • Iemand kan zelfstandig of met behulp van zijn of haar netwerk niet tot een oplossing komen.

  • Psychische problemen worden ernstiger en nemen toe.

  • Afspraak maken bij de huisarts --> klachten beoordelen --> doorverwijzen  psychiater --> dit kan wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een depressieve stoornis en waar er wellicht medicatie gewenst kan zijn.

  •  Depressieve stoornis of psychose, waar medicatie gewenst kan zijn.  

Slide 13 - Tekstslide

Intake / kennismaking

  • Uitnodiging voor een kennismakingsgesprek, meestal intakegesprek genoemd.


  • Kan uit meerdere gesprekken bestaan


  • GGZ --> (meestal) eerst een algemeen gesprek daarna volgt de verwijzing naar de afdeling psychotherapie


  • In het gesprek wordt er vaak gevraagd naar de huidige situatie van de cliënt. Denk dan bijvoorbeeld aan wonen, werk, hobby's en relatie(s).





  • Naast de huidige situatie is het belangrijk dat er ook gekeken wordt naar de voorgeschiedenis van de cliënt. Zo kan het van belang zijn om te weten hoe de cliënt zijn thuissituatie heeft ervaren/ hoe de cliënt de schooltijd heeft ervaren/ wat heeft de cliënt zoal meegemaakt? 

  • Vragenlijst

  • De vragen worden afgestemd op de leeftijd van een cliënt.

  • In kaart brengen wat de cliënt zelf allemaal al heeft gedaan om de problemen op te lossen of welke ideeën heeft de cliënt zelf?





Slide 14 - Tekstslide

  • Een psychotherapie kan heftige gevoelens losmaken en angst of spanningen met zich meebrengen.

  •  Een psychotherapeut richt zich op de behandeling van patiënten met complexe problematiek, veelal meervoudige problematiek, persoonlijkheidsproblematiek of een combinatie van beide.

  • De psychotherapeut is in de geestelijke gezondheidszorg aanvullend ten opzichte van de gezondheidszorgpsycholoog, de klinisch psycholoog, de klinisch neuropsycholoog en de psychiater.

  • Bij recentelijke trauma's of grote veranderingen kan het zijn dat de therapie op dat moment te veel is. In een adviesgesprek zal de therapeut de mogelijkheden voor psychotherapie met iemand bespreken en een voorstel doen voor een bepaalde vorm van therapie. 


  • Cliënt kan eerst de kat uit de boom kijken en afwachtend zijn/ niet open en eerlijk over alles vertellen. Dit is niet erg of gek. 

  • Elke therapeut werkt anders en past zijn werkwijze af op de behoeften van de cliënt

  • Een cliënt komt - afgezien van situaties van gedwongen opnames – altijd uit vrije wil naar de hulpverlening, maar een huisarts of goede vriend kan wel het laatste duwtje hebben gegeven. 

  • Soms spreekt de psychiater ook met de partner van de cliënt en bij minderjarigen kan hij voorstellen ook eens met de ouders te gaan praten. Het kan zijn dat de problemen gezinsproblemen zijn en er kan dan voor gezins- of relatietherapie gekozen worden. 

Slide 15 - Tekstslide

Vragen over hoofdstuk 2?

Slide 16 - Woordweb

1

Slide 17 - Video

00:00
Welke rol heeft de opvoeding in het ontstaat van psychiatrische stoornissen volgens jullie?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Aan de slag! 
In de les, einde van de les wordt dit nabesproken:
- Opdracht 'Dreamschool'. 

Ben je klaar? Kan je aan de slag met het huiswerk:
- Opdrachten H2 (blz. 8 uit reader)
- Opdrachten H3 (opdrachten 1, 2, 4 t/m 9)
Uiterlijk 7 maart 23.59 uur inleveren via Teams)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide