Plaatbewegingen veroorzaken niet alleen aardbevingen, maar ook vulkanen.
Regel: hoe dieper je in de aarde komt, hoe hoger de temperatuur wordt. Een onderduikende plaat smelt gedeeltelijk. Er ontstaat magma dat opstijgt en vulkaanuitbarstingen veroorzaakt.
Bij Japan zijn het twee oceanische platen die onder de Euraziatische continentale plaat duiken.
Slide 7 - Tekstslide
3 soorten vulkanen
Slide 8 - Tekstslide
Schildvulkaan
Plaatbeweging: divergentie
Niet explosief
Magma is dun en vloeibaar
Flauwe helling
Slide 9 - Tekstslide
Etna
Slide 10 - Tekstslide
Stratovulkaan
plaatbeweging: subductie
explosief (eruptie)
magma dik en stroperig
steile helling
vulkanische bommen
pyroclastische stroom (gloedwolk)
Slide 11 - Tekstslide
Fuji
Slide 12 - Tekstslide
Caldeiravulkaan
Ontstaan uit stratovulkanen met grote magmakamer
Na uitbarsting stort het dak van de leeggelopen magmakamer in
In de oude krater vormt zich een kratermeer en (1 of meer ) nieuwe krater(s)
Slide 13 - Tekstslide
Kawa Ijen krater
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Pyroclastische stroom
Een pyroclastische stroom of gloedwolk is een van de verwoestendste effecten van een vulkaanuitbarsting. De golven bestaan uit vaste of halfvloeibare lava, gas, rotsen en as.
Slide 16 - Tekstslide
Lesdoelen
- Tijdens deze les kan ik drie verschillende vulkanen benoemen
- Tijdens deze les kan ik uitleggen hoe een caldeira ontstaat
Slide 17 - Tekstslide
Huiswerk
Volgende week dinsdag
Hoofdstuk 7, paragraaf 3: opdracht 1 tot en met 8, behalve opdracht 6.