31 jan 3H

31 januari 2025
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

31 januari 2025

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Leesboeken: welke hebben jullie mee? Is het fictie en voor jouw leeftijd?
  • Leestoets bespreken
  • Argumentatie

Slide 2 - Tekstslide

Leestoets bespreken

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat een standpunt is en ik kan voorbeelden van standpunten geven.
  • Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een waarderend en feitelijk argument.
  • Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een nevenschikkende en onderschikkende argumentatie.

Slide 4 - Tekstslide

Standpunten
Standpunten herken je door: Ik vind, Volgens ons, Zij denkt dat, De auteur is van mening dat, Onze conclusie is, Dus, Daarom, Kortom en met formuleringen als er moet, er zou moeten en we zouden moeten. 

Voorbeelden:
  • Ik vind dat middelbare scholen geen toetsweken moeten hebben.
  • De auteur is van mening dat de verkoop van tabak verboden moet worden.
  • Volgens ons moeten brillen op sterkte gratis worden voor iedereen.

Slide 5 - Tekstslide

Bedenk twee standpunten

Slide 6 - Tekstslide

Argumenten
Met een argument onderbouw je je standpunt: je geeft redenen waarom je dat vindt. Die kunnen waarderend of feitelijk zijn.

Waarderend: kun je van mening verschillen
Feitelijk: kun je controleren

Slide 7 - Tekstslide

Argumenten
Standpunt: Ik vind dat de verkoop van tabak verboden moet worden.

Waarderend argument:
Want ik vind het vies.

Feitelijk argument:
Want het is verslavend.

Slide 8 - Tekstslide

Nevenschikkend en onderschikkend
Een tekst (vaak een betoog) heeft een standpunt en verschillende argumenten. Dit kun je in een argumentatiestructuur plaatsen. De argumenten kunnen nevenschikkend of onderschikkend zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Nevenschikkend
Bij een nevenschikkende argumentatie
staan de argumenten naast elkaar.

Denk aan een stamboom en welke
plek je 'neef' heeft in een
stamboom.

Deze argumenten zijn onafhankelijk van elkaar.

Slide 10 - Tekstslide

Onderschikkend
Bij een onderschikkende 
argumentatie staan de argumenten
onder elkaar.

Hier heb je subargumenten. Deze
hangen met elkaar samen. Je kunt
Bij elk pijltje steeds 'want' plaatsen.

Slide 11 - Tekstslide

Argumentatie

Slide 12 - Tekstslide

Argumentatie

Slide 13 - Tekstslide

Ik vind dat de toetsweken afgeschaft moeten worden.

Bedenk twee nevenschikkende en twee onderschikkende argumenten.

Slide 14 - Tekstslide


A

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Woordweb


Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide