8.3 Kringlopen & 8.4 Veranderingen

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

H8 Kenmerken van ecosystemen

Wat staat je te wachten?

8.3 Kringlopen in Ecosystemen

Leerdoelen

Na afloop kun je:

• de rol uitleggen van producenten, consumenten en reducenten in de koolstofkringloop 
• de snelle en langzame koolstofkringloop beschrijven

Geef voorbeelden van organische stoffen met een C als element
(organische stoffen bevatten C en H)

Koolstofkringloop

Bij de koolstofkringloop kijk je alleen naar het atoom koolstof (de C)

Leerdoelen

• Wat is de stikstofkringloop en hoe lees je die af in de BINAS (93G)?
• Wat is groenbemesting?
• Wat is eutrofiëring?

Begrippen

• Stikstofkringloop
  
• Kunstmest
  
• Eutrofiering
  
• Rotting
  
• Ammonificatie
  
• Nitrificatie
  
• Chemosynthese
  
• Chemo-autotroof

• Uitspoeling 
• Denitrificerende bacteriën
• Anaerobe
• Groenbemesting

Stikstofkringloop

Toename stikstof in de bodem

1. Stikstoffixatie door bacteriën op wortelknolletjes

Sommige planten hebben bij hun wortels knolletjes met stikstofbindende bacterie die N2 uit de lucht omzetten in ammonium NH4+

• definitie monocultuur kennen
  
• voor- en nadelen van monoculturen kunnen noemen
  

Afname stikstof in de bodem

1. Vervluchtig 

2. Denitrificatie

3. Ammonificatie

4. Uitspoeling

Eutrofiëring

8.4 Veranderingen in Ecosystemen

Leerdoelen

1. Uitleggen hoe een ecosysteem kan veranderen door verandering van abiotische en biotische factoren
2. Eigenschappen van verschillende stadia van successie kunnen noemen

Populatiegroottes

1. Geboorte/sterfte/migratie
2. Intraspecifieke competitie - binnen één soort

Neemt hoeveelheid voedsel onderaan de voedselpiramide toe, dan de hoeveelheid organismen hoger in de piramide ook

Concurrentie/competitie

Successie

• Successie is het opeenvolgen van de soortensamenstelling van planten en dieren
  
• Bij successie veranderen de omstandigheden hier door kunnen er nieuwe planten en dieren in het systeem komen
  
• Zo kan in de loop van de tijd een kale duin veranderen in een bos

Pioniersstadium

• weinig soorten
  
• weinig interspecifieke relaties
• kleine biomassa
• grote invloed abiotische factoren
• geen humus (bij primaire successie)

Climaxstadium

• veel soorten
• veel interspecifieke relaties
• grote biomassa
• kleine invloed abiotische factoren
• veel humus

Secundaire successie

Er barst een ondergrondse vulkaan uit en er ontstaat een nieuw eiland. Welke successie gaat waarschijnlijk plaatsvinden?

1. Primaire successie
2. secundaire successie