25-04-2023

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

The last 30 minutes
The test on units 44 to 47
 
(the printer was not cooperating)
timer
30:00

Slide 2 - Tekstslide

Grammar
There will be a test on the discussed grammar on
Tuesday 16 May.

  • Present simple/continuous
  • Past simple/continuous
  • Future simple

Slide 3 - Tekstslide

Future


  • Future Simple

Slide 4 - Tekstslide





geen onderscheid tussen zekerheid of niet




wel onderscheid tussen zekerheid of niet
Verschil tussen Engels en Nederlands

Slide 5 - Tekstslide

Future simple

Slide 6 - Woordweb

Future Simple
  1. - Je gebruikt 'will' als je het hebt over voorspellingen in de toekomst (het is niet zeker dat het gaat gebeuren).
  2. - Je gebruikt 'to be going to' als je het hebt over voorspellingen in de toekomst met bewijs (je hebt bewijs dat het gaat gebeuren).
  3. - Je gebruikt de present simple (SHIT-regel) als je het hebt over vaste tijdstippen in de toekomst. Vaak zie je in de zin dan werkwoorden staan zoals open, close, depart, arrive, leave, etc.
  4. - Je gebruikt de present continuous (am/is/are + -ing) als je het hebt over afspraken in de toekomst.

Slide 7 - Tekstslide

Voorspelling

  • will/shall + werkwoord

I will see you tomorrow.
The weather is not looking too well, I think it will rain later this day. 
Shall I help you?

Slide 8 - Tekstslide

Voorspelling met bewijs

  • to be going to + hele werkwoord

I am going to travel to Spain tomorrow, here's my ticket.

Slide 9 - Tekstslide

Vaste tijdstippen
  • present simple
werkwoord (soms met 's')

The train leaves at four o'clock sharp.
The shop closes at 6.30 pm. 

Slide 10 - Tekstslide

Afspraken in de toekomst
  • present continuous
am/is/are + werkwoord + ing

They're visiting their aunt next weekend. 

Slide 11 - Tekstslide

Notes
You've taken some notes, now add a little drawing to your notes for each of the four cases.

Slide 12 - Tekstslide

voorspelling
voorspelling met bewijs
The weather will be terrible tomorrow.

She is going to walk to school because her bike is broken.

Slide 13 - Sleepvraag

Maak voor elke vorm twee voorbeeldzinnen.

  1. Bedenk twee zinnen per voorbeeld.
  2. Wissel uit met je buur.
  3. Deel je zinnen klassikaal.
timer
8:00
Je mag het internet gebruiken!

Slide 14 - Tekstslide

Research question

Slide 15 - Tekstslide

Main question
Think of three subquestions to get an answer to the research question.

Subquestion 1: ___________________________________________?
Subquestion 2: ___________________________________________?
Subquestion 3: ___________________________________________?

Slide 16 - Tekstslide

For each subquestion
  1. What is your opinion? How would you answer it?
  2. Find a reliable source to support your opinion.
  3. Find a source that says something you don't agree with.
  4. Then, explain WHY you DON'T agree with this.

Slide 17 - Tekstslide

Today

Try to completely answer at least two subquestions today.
timer
30:00

Slide 18 - Tekstslide

The test
timer
30:00

Slide 19 - Tekstslide