Future tense

Future tense, 2 manieren
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Engels grammar future tenseMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Future tense, 2 manieren

Slide 1 - Tekstslide

Planner
Check homework
Future (toekomst)
Explanation

Slide 2 - Tekstslide

Hoe maakte je de Past Simple?

Slide 3 - Open vraag

Wat is de verleden tijd van be, have, go?

Slide 4 - Open vraag

future tense

Slide 5 - Woordweb

Going to
Am/is/are + going to + hele werkwoord

I am going to visit my friend in London.

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer gebruik je het?
Om aan te geven
- Dat je iets van plan bent.
- Voorspelling waar je bewijs (je weet zeker dat het gaat gebeuren)

Slide 7 - Tekstslide

Will
Will + hele werkwoord

I will see him soon.

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer gebruik je het?
Als je iets aanbied
beloftes (promis)
Voorspelling zonder bewijs

Slide 9 - Tekstslide

Choose the correct answer.
4. Can I ask you a favour? ____ me a sandwich?
A
Will you make
B
Are you going to make

Slide 10 - Quizvraag

Choose the correct answer.
5. I think our national team ____ the world cup in two years.
A
will win
B
is going to win

Slide 11 - Quizvraag

Choose the correct answer.
8. I promise I ____ you when I arrive at the station.
A
will call
B
am going to call

Slide 12 - Quizvraag

Do it yourself
Ex. 6 & 7

Slide 13 - Tekstslide

Again the two ways to use the future are?

Slide 14 - Woordweb