W2A: Het voorbereiden van een les.

Wat weet je nog van SMART,
een lesvoorbereidingsformulier,
pakkende lesopening?
1 / 21
volgende
Slide 1: Woordweb
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog van SMART,
een lesvoorbereidingsformulier,
pakkende lesopening?

Slide 1 - Woordweb

Wat betekent didactiek?
A
Vaardigheden die je nodig hebt om een ander iets bij te brengen
B
de onderwijskundige aanpak van de overdracht van kennis, vaardigheden en inzicht
C
doelstelling en beginsituatie
D
het organiseren van onderwijs

Slide 2 - Quizvraag

Wat houdt een SMART-doel in?
A
Slimme doelen
B
Doelen die je evalueert
C
Situatie, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden
D
Snel, mooi, artistiek, reuze leuk en top!

Slide 3 - Quizvraag

Doelen
Herhaling van begrippen
Je leert een beginsituatie beschrijven
Je kan SMART-doelen correct formuleren
Je leert verschillende didactische werkvormen 
Je  begrijpt het directe-instructiemodel

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Beginsituatie
Korte omschrijving van het kind / kinderen / groep. 

Met welke ontwikkelingsbehoeften ga je
rekening houden bij het uitvoeren van de les of activiteit?
                                                            
                                         


Slide 6 - Tekstslide

Wat zou jij opschrijven in je beginsituatie over Tom?
- In welke ontwikkelingsfase zitten de leerling(en)?
- Welk gedrag kan je verwachten?
- Wat kennen en kunnen de kinderen al?
- Waar ga je extra rekening mee houden?



Slide 7 - Tekstslide

Welk gedrag kun je verwachten van kinderen in deze ontwikkelingsfase? Wat kennen en kunnen deze kinderen al? Waar ga je extra rekening mee houden?

Slide 8 - Open vraag

SMART-doelen schrijven

Slide 9 - Tekstslide

SPECIFIEK gesteld of niet?
Het kind kan aan het eind van de les hoeveelheden ordenen.
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Nee
Welke hoeveelheden? En hoe ordenen? 
Wel SMART geformuleerd:
Het kind ordent aan het eind van de les tot tenminste tien op 'meest' en 'minst'

Slide 11 - Tekstslide

Welke beschrijving is meetbaar?
                       A                                                          B

Slide 12 - Tekstslide

Welke beschrijving is meetbaar?
A
A
B
B

Slide 13 - Quizvraag

Welke beschrijving is acceptabel ?
           A                                                               B

Slide 14 - Tekstslide

Welke beschrijving is acceptabel ?
A
A
B
B

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Didactisch model
Om je doelen te bereiken in de klas wordt van je verwacht dat je methodisch, planmatig kunt werken. Methodisch werken is een manier om structuur aan te brengen in je werken die voor jou overzichtelijk is en die begrijpelijk is voor anderen.

Methodisch werken: ordelijk, volgens regels of volgens een bepaalde wijze te werk gaan om een doel te bereiken. Ook wel methodisch handelen genoemd. 

Slide 17 - Tekstslide

Directe-instructiemodel
Een voorbeeld van methodisch handelen is bijvoorbeeld het gebruiken van het directe instructiemodel. Je legt de stof uit, laat de kinderen ermee oefenen en daarna controleer je of ze het begrepen hebben.

Slide 18 - Tekstslide

Didactische werkvormen

Slide 19 - Tekstslide

Noem drie dingen op die je in deze les geleerd hebt.

Slide 20 - Open vraag

Volgende les
Leer je op welke manier je een pakkende lesopening kunt verzorgen en welke rol materiaal daarin kan spelen. 

Slide 21 - Tekstslide