Les mediawijsheid


Social media
Media!
Hoe ga je er mee om?
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les


Social media
Media!
Hoe ga je er mee om?

Slide 1 - Tekstslide

Welke sociale media gebruik jij?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Stelling: ik zou makkelijk één week zonder sociale media kunnen!
Dat doe ik zo!
Dat lukt mij niet.

Slide 4 - Poll

Stelling: ik vind dat je overdags altijd bereikbaar moet zijn via Whatsapp of SMS.
Ja natuurlijk.
Nee dat is overdreven.

Slide 5 - Poll

Hoe werkt sociale media?
  • Sociale media is een verzamelbegrip voor de online platformen waarop gebruikers de inhoud verzorgen.

  • De sociale media kanalen werken meestal met een feed.

  • Sociale media kanalen werken met algoritmes.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat zijn voordelen en nadelen van Sociale media?
Denk bij de nadelen ook aan de gevaren die sociale media kan hebben.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Waar haal jij je nieuws vandaan?

Slide 12 - Open vraag

Sociale media en nieuws
  • Op sociale media zijn vaak ook nieuwsberichten te zien.

  •  Veel van deze berichten komen uit betrouwbare bronnen.

  • Opkomst van fake news.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Opdracht 2: Factcheckers

Slide 19 - Tekstslide

Stel je medeleerling zegt dat je morgen het tweede uur vrij bent. Je gaat voor de zekerheid nog eens even het rooster checken, daar staat nog dat je het tweede uur wel gewoon les hebt. Wie geloof je dan?

Hoe zou je de waarheid kunnen achterhalen?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Link

In hoeverre is dit artikel of stelling waar of niet waar? Maak de keuze uit:
Onwaar
Eerder onwaar
Geen bewijs
Eerder waar
Waar

Slide 22 - Poll

Stappenplan factchecker
  1. Wie is de maker van de bron of de schrijver van de bewering?
  2. Wanneer is de bron of stelling gemaakt?
  3. Wat voor site, krant of artikel is d bron afkomstig?
  4. Wat is het doel van de bron?
  5. Zitten er feiten of meningen in de bron die te checken zijn?
  6. Beoordelen. 

Slide 23 - Tekstslide

De ministers houden niet goed afstand (coronaregels). Is de bewering waar of niet waar?

Slide 24 - Tekstslide

In hoeverre is dit artikel of stelling waar of niet waar? Maak de keuze uit:
Onwaar
Eerder onwaar
Geen bewijs
Eerder waar
Waar

Slide 25 - Poll

Slide 26 - Tekstslide

In hoeverre is dit artikel of stelling waar of niet waar? Maak de keuze uit:
Onwaar
Eerder onwaar
Geen bewijs
Eerder waar
Waar

Slide 27 - Poll

Bewering

''70 procent van de Nederlanders wantrouwt de overheid''

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

In hoeverre is dit artikel of stelling waar of niet waar? Maak de keuze uit:
Onwaar
Eerder onwaar
Geen bewijs
Eerder waar
Waar

Slide 30 - Poll

Ik weet nu beter hoe ik moet omgaan met sociale media.
Ja.
Een beetje.
Nee.

Slide 31 - Poll

Ik weet nu beter hoe ik nepnieuws kan herkennen.
Ja.
Een beetje.
Nee.

Slide 32 - Poll