Adjectives + Adverbs

Lets discuss the homework
Ex. 52, 53 & 54 on page 154
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lets discuss the homework
Ex. 52, 53 & 54 on page 154

Slide 1 - Tekstslide

ADJECTIVES + ADVERBS

Slide 2 - Tekstslide

Adverb = bijwoord
Een bijwoord gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet. Een bijwoord omschrijft vaak een werkwoord, maar ook een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of de hele zin.
                                                                                    Mary sings wonderfully.
                                                     My grandparents talk incredibly loudly.
                            I am eating an amazingly delicious steak right now.
                                                         Hopefully, she will call me back later.


Slide 3 - Tekstslide

Adjectives = bijv nw
Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand 
te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord wordt vaak gevolgd door een zelfstandig naamwoord.

That is an amazing girl.
We all love that funny movie.
I think he is a terrible teacher.


Slide 4 - Tekstslide

Hoe maak je een bijwoord?
Bijvoeglijk naamwoord + LY
IC - ALLY
(fantastic - fantastically)
Y - ILY
funny - funnily

Slide 5 - Tekstslide

Uitzonderingen:


good - well
quite - quite
fast - fast
hard - hard
long - long

Slide 6 - Tekstslide

DUS...

Ron is a careful driver.

Ron drives carefully.

Slide 7 - Tekstslide

My aunt always cries very ___!
A
loud
B
loudly

Slide 8 - Quizvraag

Do you know that ___ song?
A
wonderful
B
wonderfully

Slide 9 - Quizvraag

___, my mum will buy me some birthday presents!
A
Hopeful
B
Hopefully

Slide 10 - Quizvraag

Wow, Justin sings ___!
I absolutely love him.
A
fantastic
B
fantastically
C
fantasticly

Slide 11 - Quizvraag

I am going to be ___ for school!
A
late
B
lately

Slide 12 - Quizvraag

Beyoncé dances ___, doesn't she?
A
fabulous
B
fabulously

Slide 13 - Quizvraag

Vinny plays rugby very ___.
A
good
B
well
C
goodly

Slide 14 - Quizvraag

Hermione ___ answered the question.
A
happy
B
happily

Slide 15 - Quizvraag

Time to work
What: do exercise 29, 30, 31 on page 148-151

How: Individually in silence

Help: Notes and teacher

Done: exercise 32

Slide 16 - Tekstslide