In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 25 min
Onderdelen in deze les
Laat zien wat je kunt!
Proeftoets Rekenen 2A
(Deel 1)
Slide 1 - Tekstslide
De rekenmachines moeten in dit deel opgeborgen zijn. We raden aan dat iedereen kladpapier en een pen op tafel heeft.
Informatie toetsdeel 1
Dit deel van de toets is ZONDER
rekenmachine. Kladpapier mag wel.
In de blauwe dia's staat informatie om te
lezen of te bekijken.
In de witte dia's moet je het juiste antwoord invullen of aanklikken.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
374 + 536 = ?
1 - Domein: getallen
Slide 3 - Open vraag
Deze opdracht is op 2A niveau gebracht door de som mooi uit te laten komen. De eenheden zijn goed bij elkaar op te tellen en worden niet groter dan 10.
2 - Domein: getallen
Welk getal hoort bij de pijl?
Slide 4 - Open vraag
Deze opdracht kent geen specifieke verschillen ten opzichte van opdrachten voor niveau 2F.
Vul het getal in: 30 dm + 4 m = ... meter
3 - Domein: meten & meetkunde
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Vul het getal in: 360 minuten = ... uren
4 - Domein: getallen
Slide 6 - Open vraag
Deze opdracht is feitelijke kennis. Maar wel zo dat er geen minuten ‘overblijven’.
Schrijf het getal elfhonderdveertig in cijfers.
5 - Domein: getallen
Slide 7 - Open vraag
Een 2F leerling moet dit ook kunnen, maar er is wel voor gezorgd dat dit getal geen losse eenheden heeft, en dat het niet een heel groot getal is.
0,6 × 10 = ?
6 - Domein: verbanden
Slide 8 - Open vraag
Leerlingen moeten simpele keersommen met kommagetallen kunnen maken. Dat betekent dat je op 2A-niveau een som kiest die je makkelijk kunt oplossen.
Deze staafdiagram geeft de gemiddelde temperatuur in een jaar aan. Op 23 maart 2009 was het in werkelijkheid 10,3 graden celsius. Is dat hoger of lager dan gemiddeld dat jaar?
Domein: Verbanden
Slide 9 - Tekstslide
Bij een 2F-toets was de staafdiagram niet per se nodig geweest, de inhoud van de staafdiagram had dan in een verhaaltje gestaan. Het is kenmerkend voor een 2A-toets om veel figuren in de opdrachten te hebben.
Het antwoord moet in de volgende dia ingevoerd worden.
Deze staafdiagram geeft de gemiddelde temperatuur in een jaar aan. Op 23 maart 2009 was het in werkelijkheid 10,3 graden celsius. Is die temperatuur hoger of lager dan het gemiddelde van jaar?
7 - Domein: verbanden
A
hoger
B
lager
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
22 × 50 = ?
8 - Domein: getallen
Slide 11 - Open vraag
Dit is een opdracht die leerlingen op 2F-niveau ook zouden moeten kunnen. Deze opdracht kent geen grote verschillen met het 2F niveau, behalve dat je ervoor zorgt dat er een mooi getal uitkomt.
Domein: verbanden
Hoeveel kilometer is het van Parijs naar Praag?
Slide 12 - Tekstslide
Het onderwerp ‘het interpreteren van grafieken en diagrammen’ verschilt niet van een opdracht op 2F-niveau.
Het antwoord moet in de volgende dia ingevoerd worden.
Hoeveel kilometer is het van Parijs naar Praag? Typ het getal.
9 - Domein: verbanden
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
21,6 ÷ 3 = ?
10 - Domein: getallen
Slide 14 - Open vraag
Leerlingen op 2A-niveau moeten eenvoudige berekeningen met kommagetallen kunnen uitvoeren. Het is dus belangrijk dat berekeningen eenvoudig blijven als het gaat om berekeningen met kommagetallen.
Brenda wil 32 mensen op roze koeken trakteren. Hoeveel pakken moet ze kopen?
11 - Domein: getallen
Slide 15 - Open vraag
Als dit een 2F-opdracht zou zijn, zou de afbeelding er niet zijn, maar zou er in de tekst staan dat er 6 koeken in 1 pak zitten.
Hoe zwaar zijn de aardappels?
Noteer het getal en de eenheid.
Domein:
meten & meetkunde
Slide 16 - Tekstslide
‘Aflezen van meetinstrumenten’ kent geen verschillen ten opzichte van 2F.
Het antwoord moet in de volgende dia ingevoerd worden.
Hoe zwaar zijn de aardappels? (getal + eenheid)
12 - Domein: meten & meetkunde
Slide 17 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
9, 2 - 7, 8 = ?
13 - Domein: getallen
Slide 18 - Open vraag
Ook voor deze opdracht geldt: berekeningen met kommagetallen moeten eenvoudig blijven.
Rond 565 af op een honderdtal.
14 - Domein: getallen
Slide 19 - Open vraag
De grafiek kan groter getoond worden.
In het rekenexamen 2A komen minder opgaven voor die om afronding vragen dan in een 2F toets. Wel moet er getoetst worden of een 2A leerling dit kan.
De grafiek laat de gemiddelde groei zien van 4- tot 9-jarigen. Willem is 8 jaar en 140 cm lang.
Is Willem kleiner of groter dan gemiddeld?
Slide 20 - Tekstslide
Als er bij 2A-opdrachten gebruik wordt gemaakt van een grafiek, mag er in de som alleen gevraagd worden naar punten op de grafiek die samenvallen met roosterpunten.
Het antwoord moet in de volgende dia ingevoerd worden.
De grafiek laat de gemiddelde groei zien van 4- tot 9-jarigen.
Willem is 8 jaar en 140 cm lang. Wat geldt voor Willem?
15 - Domein: verbanden
A
Willem is groter dan gemiddeld.
B
Willem is kleiner dan gemiddeld.
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel is 25% van 164?
16 - Domein: verhoudingen
Slide 22 - Open vraag
Het onderwerp ‘berekeningen uitvoeren met procenten’ kent geen verschillen ten opzichte van 2F.
Drie vijfde deel van 150 =
17 - Domein: verhoudingen
Slide 23 - Open vraag
De uitdrukking ‘op de’ wordt niet gebruikt in een 2A toets. ‘Van de’ mag wel gebruikt worden. ‘Deel van’ mag ook gewoon gebruikt worden.
Het is vrijdag, 13:50. Je wilt met de boot van Harlingen naar Vlieland. Hoeveel minuten moet je wachten voordat de boot vertrekt?
Slide 24 - Tekstslide
Deze opdracht kent geen verschillen met 2F. Leerlingen moeten op beide niveaus een tabel kunnen lezen.
Het antwoord moet in de volgende dia ingevoerd worden.
Het is vrijdag, 13:50. Je wilt met de boot van Harlingen naar Vlieland. Hoeveel minuten moet je wachten voordat de boot vertrekt?