Meervoudsvormen:
• Meeste ZN schrijf je > -en
• Eindigt een woord op -e, -el, -en, -er, -em, -ie of -eau > dan s
• Eindigt een woord op -I, -a, -o, -u, -y > dan 's
• Soms ook meervoud op -eren (kinderen)
Verkleinwoorden:
• Meestal -je, -tje, -pje > kettinkje (!), filmpje, tafeltje, bankje
• Soms een dubbele klinker > auto – autootje, café - cafeetje (!)
• Soms -'tje > verkleinwoorden op -y: baby – baby'tje
• Soms extra -e > taxi – taxietje
• Bij cijfer- of letterwoorden/afkortingen > A4’tje