Les 23 De mythe

Les 23
De mythe
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 23
De mythe

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De mythe

Je gaat deze les zelfstandig verwerken aan de hand van een Lessonup. 

Je volgt de instructies.

Slide 3 - Tekstslide

De mythe

Oefening 1 op p. 303

Lees de mythe van Echo en beantwoord de vragen.

Slide 4 - Tekstslide

a. Vul de literaire mindmap aan.

- Protagonist?

Slide 5 - Open vraag

a. Vul de literaire mindmap aan.

- Antagonist?

Slide 6 - Open vraag

a. Vul de literaire mindmap aan.

- Nevenfiguren?

Slide 7 - Open vraag

a. Vul de literaire mindmap aan.

- Ruimte?

Slide 8 - Open vraag

a. Vul de literaire mindmap aan.

- Tijd?

Slide 9 - Open vraag

a. Vul de literaire mindmap aan.

- Vertelperspectief?

Slide 10 - Open vraag

b. Bekijk het schilderij van Echo, gemaakt door Alexandre Cabanel in 1874. Waarom houdt Echo haar handen tegen haar oren, denk je?

Slide 11 - Open vraag

c. Waarom wordt Echo gestraft door Hera?

Slide 12 - Open vraag

De mythe

Oefening 1 op p. 303

Vraag d 

Plaats bij elk personage twee typerende karaktereigenschappen.

Slide 13 - Tekstslide

Zeus
Narcissus

onbetrouwbaar
ongeduldig
ijdel
onvriendelijk

Slide 14 - Sleepvraag

e. Welk natuurfenomeen wordt verklaard door dit verhaal?

Slide 15 - Open vraag

Schooltaalwoord
! Opgelet !

Het woord 'typerende' uit vraag d is een schooltaalwoord

Je duidt dit woord aan in de cursus. Je schrijft onderaan in de cursus een zin met dit woord zodat de betekenis duidelijk wordt.

Slide 16 - Tekstslide

De mythe

Oefening 2 op p. 305

Lees de mythe over Hyacinthos en beantwoord de vragen.

Slide 17 - Tekstslide

a. Is de uitspraak juist of fout?

Hyacinthos groeide op in Sparta, een stad in Griekenland. Deze mythe behoort dus tot de Griekse cultuur.
A
Juist
B
Fout

Slide 18 - Quizvraag

a. Is de uitspraak juist of fout?

De god Zefyros is de protagonist van het verhaal.
A
Juist
B
Fout

Slide 19 - Quizvraag

Verbeter.

De god Zefyros is de protagonist van het verhaal.

Slide 20 - Open vraag

a. Is de uitspraak juist of fout?

De god Hermes begeleidt de doden naar de onderwereld waar Hades over regeert.
A
Juist
B
Fout

Slide 21 - Quizvraag

a. Is de uitspraak juist of fout?

Deze mythe verklaart het ontstaan van de wind.
A
Juist
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

Verbeter.

Deze mythe verklaart het ontstaan van de wind.

Slide 23 - Open vraag

b. Welke karaktereigenschappen typeren Zefyros?

Slide 24 - Open vraag

c. Bekijk het schilderij van Nicolas-René Jollain uit 1769. Wat ligt er onder Hyacinthos? Wat is de link met de mythe?

Slide 25 - Open vraag

d. Lees de uiteenzetting op Wikipedia. Hoe kun je verklaren dat er twee versies van het verhaal circuleren?
A
Het verhaal was zo complex dat mensen het verkeerd doorvertelden.
B
Doordat het verhaal pas later werd opgeschreven, werden er verschillende versies doorverteld.
C
Vroeger vond men het ongepast dat twee mannen op dezelfde persoon verliefd waren. Daarom werd er een opgepoetste versie van de mythe bedacht.

Slide 26 - Quizvraag

De mythe

Oefening 2 op p. 305

Vraag e

Welk verschijnsel wordt aan deze mythe toegeschreven? Raadpleeg eventueel het internet.

Schrijf het antwoord direct in de cursus.

Slide 27 - Tekstslide

De mythe

Theoriekader op p. 306


Lees de theorie en duid de belangrijke termen aan.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

De mythe

Oefening 3 op p. 307


Lees de mythe over Thors duel met Hrungnir en beantwoord de vragen.

Slide 30 - Tekstslide

a. Welk kenmerk van de klassieke mythe kun je aan het verhaalelement linken?

- Thor?

Slide 31 - Open vraag

a. Welk kenmerk van de klassieke mythe kun je aan het verhaalelement linken?

- Vuursteen?

Slide 32 - Open vraag

b. Hoe onderscheidt Sleipnir zich van andere paarden?

Slide 33 - Open vraag

c. Waarom stuurt Hrungnir aan op een duel?
A
Hrungnir wil de godinnen Freya en Sif meenemen naar Jötunheim.
B
De reus voelt zich beledigd na zijn weddenschap met Odin.
C
Hij heeft meer kans om het duel te winnen als hij zelf gewapend is.
D
Hrungnir vindt Thor een lafaard.

Slide 34 - Quizvraag

De mythe

Oefening 4 op p. 308


Bekijk  de folder op p. 308 en beantwoord de vragen.

Slide 35 - Tekstslide

a. Welk verband heeft de folder met de mythe over Thors duel met Hrungnir?

Slide 36 - Open vraag

b. Tot welke cultuur behoort de mythe over Thors duel met Hrungnir?

Slide 37 - Open vraag

c. Hoe werden deze mythes overgeleverd?

Slide 38 - Open vraag

d. Waarom gebruikt de toeristische sector deze mythologie in haar promotie?

Slide 39 - Open vraag

Schooltaalwoord
! Opgelet !

Het woord 'overgeleverd' uit vraag c is een schooltaalwoord

Je duidt dit woord aan in de cursus. Je schrijft onderaan in de cursus een zin met dit woord zodat de betekenis duidelijk wordt.

Slide 40 - Tekstslide

De mythe

Oefening 5 op p. 308


Lees de mythe over Uil op p. 308 en beantwoord de vragen.

Schrijf de antwoorden direct in de cursus.

Slide 41 - Tekstslide

De mythe
Je bent op het einde van de les. 

Neem de correctiesleutel vooraan in de klas en verbeter de oefeningen die niet via Lessonup werden behandeld. 

Maak nadien de oefeningen op Pelckmans Portaal.

Slide 42 - Tekstslide