Week 4a Gesprekken 2.2 Klachtgesprek

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

2.2 klant- of clientgesprek

deze les

Vorige les

Instructie

Aan het werk

bespreken

LEERDOEL

Je weet hoe een klant- of cliëntgesprek te voeren

Vorige les

In wat voor beroepen kom je in contact  met klanten- cliënten?

Voorbeeld

Een gast in het hotel wil graag extra schoonmaak van zijn kamer:  je bespreekt samen de mogelijkheden.

Een klant wil weten of zijn tuin bemest moet worden je bekijkt de situatie, geeft uitleg en maakt eventueel een afspraak.

Een klant vraagt advies over de verzorging van haar nagels

 je probeert erachter te komen wat de klant precies wil en wat dus het beste advies is

Algemene tips

• Controleer of de ander jou begrijpt.
  
• Geef de ander de gelegenheid om vragen te stellen.
  
• Sluit het gesprek af door samen te vatten en leg eventuele afspraken vast.
  

Tekst

Wat kun je beter zeggen?

Maak de zinnen geschikt voor een zakelijk gesprek.

Ja, rustig aan. Ik ben al bezig met het schoonmaken van uw tafel, dat ziet u toch?

Maak de zinnen geschikt voor een zakelijk gesprek.

Dat weet ik niet hoor, ik ben maar de stagiaire.