4.3 Kracht, massa en versnelling

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

4.3 Kracht, massa en versnelling

Vragen over 1-8 uit 4.2?

Lesdoelen:

4.3.1 Je kunt het begrip traagheid uitleggen.

4.3.2 Je kunt berekeningen maken met de tweede wet van Newton: F = m ∙ a

4.3.3 Je kunt de remkracht op een voertuig berekenen door gebruik te maken van de vertraging.

Wanneer fiets je sneller weg?

1. Als je alleen op je fiets zit
2. Als je met iemand achterop gaat fietsen

Traagheid (afremmen)

• Een voorwerp met een grote massa is moeilijker af te remmen
• Het heeft een grote traagheid. 
• Er is een grote resultante nodig om de snelheid of de bewegingsrichting merkbaar te beïnvloeden.

Tweede wet van Newton

De tweede wet van Newton legt een verband tussen:

_{Resultante kracht , massa en versnelling}

F​res​​=m⋅a

F_res  =    resultante kracht    (N)

m       =    massa                           (kg)

a         =    versnelling                 (m/s²)

F​res​​=m⋅a

Hoe bereken ik versnelling ook alweer?

Samen oefenen

In figuur 3 zie je een auto en een motor naast elkaar staan. De massa van de auto (inclusief de bestuurder) is 900 kg, die van de motor is 300 kg.

De auto en motor trekken beide op. Op beide voertuigen werkt daarbij een resultante van 1,8 kN.

Bereken de versnelling van beide voertuigen.

• Met de tweede wet van Newton, kan ik ook de resultante op een remmend voertuig berekenen.

• a staat dan voor de remvertraging (de snelheidsafname per seconde). 
• F staat voor de totale remkracht op het voertuig
• F en a zijn dan mingetallen
  

Vragen?

Nu zelf oefenen

Een elektrische scooter trekt in 2,5 s op van 0 naar 36 km/h. De scooter heeft inclusief bestuurder een massa van 160 kg. Je mag aannemen dat de beweging eenparig versneld is.
Bereken de resultante die de scooter laat versnellen

Een elektrische scooter trekt in 2,5 s op van 0 naar 36 km/h. De scooter heeft inclusief bestuurder een massa van 160 kg. Je mag aannemen dat de beweging eenparig versneld is.
Bereken de versnelling

En nu:

Eerst de paragraaf lezen in stilte

Daarna maken 1-6