In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Geschiedenis
Herhaling hoofdstuk 4
Dhr. Vreugdenhil
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Herhalen hoofdstuk 4
Oefenen toets volgende week
Vragen stellen
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog van dit hoofdstuk?
Slide 3 - Woordweb
Les 1: van handwerk naar fabriek
Huisnijverheid en landbouw;
Veranderingen in de landbouw (Agrarische revolutie);
Bevolkingsgroei;
Industrialisatie;
Slide 4 - Tekstslide
Voor industrialisatie
Na industrialisatie
Slide 5 - Tekstslide
Stoommachine
Uitgevonden in 1705;
Werd pas echt populair door verbeteringen van James Watt;
Werd toegepast op nieuwe allerlei nieuwe machines in fabrieken;
Slide 6 - Tekstslide
Geef twee oorzaken van de Industrialisatie.
Slide 7 - Open vraag
Les 2: De industriële samenleving
Mensen trokken naar industriegebieden;
Slechte arbeids- en leefomstandigheden;
Fabrieksdirecteuren wilden zoveel mogelijk winst maken (lange werkdagen en lage lonen). Zij waren kapitalisten.
Slide 8 - Tekstslide
Klassensamenleving
De samenleving was verdeelt in klassen;
In welke klasse je zit bepaald een groot deel van je leven;
Arbeiders hadden het slecht en waren arm;
Bourgeoisie hadden het goed en waren rijk;
Slide 9 - Tekstslide
Omschrijf de omstandigheden van de arbeiders in de fabrieken. Geef 2 voorbeelden.
Slide 10 - Open vraag
Les 3: Nederland in 1848
In 1815 werd Napoleon definitief verslagen. In Nederland werd het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden opgericht. Met Willem I als koning.
De macht van Koning Willem I
Benoemde en ontsloeg ministers ;
Besliste in zijn eentje over wetten;
Slide 11 - Tekstslide
Nederland in 1848
In 1848 werd het onrustig in Europa. Overal waren revoluties die de koning afzette of de macht van de koning beperkte;
Willem II liet de grondwet aanpassen uit angst voor revolutie en op aandringen van de liberaal Thorbecke;
Thorbecke herschreef de grondwet en voerde liberale veranderingen door;
Slide 12 - Tekstslide
De liberalen
Klassieke grondrechten;
Inspraak in het bestuur;
De overheid moet zich niet bemoeien met de ondernemers. Economische vrijheid belangrijk;
Slide 13 - Tekstslide
Welke twee belangrijke veranderingen uit de grondwet zijn vandaag de dag nog steeds belangrijk?
Slide 14 - Open vraag
Les 4: het socialisme
In de klassensamenleving hadden de arbeiders het slecht. Een groep mensen wilde de arbeiders meer macht geven zodat ze hun situatie konden verbeteren. Zij heten socialisten;
Karl Marx was de grondlegger (bedenker) van het socialisme. Hij wilde een klasseloze samenleving;
Slide 15 - Tekstslide
Communisten en Sociaaldemocraten (vwo)
Binnen het socialisme zijn er twee stromingen.
Communisten willen via een revolutie de macht grijpen.
Sociaaldemocraten willen via verkiezing aan de macht komen.
Slide 16 - Tekstslide
Nederlandse socialisten
Ferdinand Domela Nieuwenhuis
Communisten
Pieter Jelles Troelstra
Sociaaldemocraten
Slide 17 - Tekstslide
Vakbonden
Groepen arbeiders die samen opkomen voor hun rechten door bijvoorbeeld stakingen en demonstraties te organiseren. Zo konden ze een loonsverhoging en kortere werkdagen afdwingen;
Slide 18 - Tekstslide
Noem een verschil en een overeenkomst tussen Communisten en Sociaaldemocraten.
Slide 19 - Open vraag
Volgende week
Repetitie hoofdstuk 4.
Leer hoofdstuk 1 t/m 5.
Tip: neem de PowerPoint nog een keer door samen met het boek.