Week 3 - Keuzedeel Omgaan met onbegrepen gedrag bij mensen met dementie

Keuzedeel: Omgaan met onbegrepen gedrag 
bij mensen met dementie-Week 3
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
KeuzedeelMBOStudiejaar 2-4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel: Omgaan met onbegrepen gedrag 
bij mensen met dementie-Week 3

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
  • Dementie en de vier meest bekende vormen ervan
  • Verloop en fases van dementie
  • Symptomen en signalen
  • Niveaus van de hersenen
  • Mantelzorgers
  • Wat is onbegrepen gedrag
  • Signalen van probleemgedrag
  • Vormen van probleemgedrag
  • Waaruit komt probleemgedrag voort?

Slide 2 - Tekstslide

Deze week
Stappen van het stappenplan doorlopen (Verenso)
  • Signaleringsfase
  • Diagnosefase
  • Behandelfase
  • Evaluatiefase (volgende keer)

Slide 3 - Tekstslide

Wat doe je tijdens de signaleringsfase? 
In deze fase ga je, nadat je probleemgedrag hebt gesignaleerd, de probleemsituatie in kaart brengen. Dat kun je doen met verschillende methodes zoals bv. de STA OP! methode. Hieronder een filmfragment waarin de methode wordt toegelicht.  

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg STA OP! methode 

De STA OP! methode bestaat uit 6 elkaar opvolgende stappen:
  1. Beoordeling basisbehoeften
  2. Beoordeling pijn en lichamelijke behoeften
  3. Beoordeling psychosociale behoeften
  4. Comfort interventies
  5. Proefbehandeling pijnmedicatie
  6. Consultatie van anderen en/of proefbehandeling psychofarmaca 
Via onderstaande link lees je wat er bij welke stap moet gebeuren. 


https://www.databankinterventies.nl/dei/20190419%20website_STAOP!DEF.pdf

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Er zijn inmiddels een aantal methodieken aan bod gekomen.
1. Ga nu voor onderstaande observatiemethodieken de voor- en nadelen onderzoeken.
  • De ABC methode
  • De GRIP methode
  • De STA OP! methode
  • De stappenplan en teamevaluatie (https://www.zorgvoorbeter.nl/probleemgedrag-ouderen/stappenplan)
2. Beschrijf daarna ook wat jij eigenlijk belangrijk stappen vindt en hoe jij daar mee omgaat? Neem jouw bevindingen mee naar de volgende bijeenkomst.

Slide 6 - Tekstslide

Eigen ervaringen en die van collega's
Naast observatie methodes om gedrag in kaart te brengen is het ook belangrijk de ervaringen/zienswijze van de collega's te onderzoeken. Zo krijg je ook een duidelijk beeld of het gedrag wat jij ziet/ervaart bij collega's hetzelfde is. Hiervoor zou je het 'Goed in gesprek' formulier door iedereen in kunnen laten vullen. Dit formulier kan als uitgangspunt in een teamoverleg besproken worden. 


https://www.zorgvoorbeter.nl/docs/PVZ/vindplaats/Goedingesprek/vragenlijst-communicatie-bij-clienten-met-dementie.pdf
OPDRACHT: Neem dit formulier mee naar je werk/stageplek en laat een aantal collega's dit formulier invullen over een zorgvrager met onbegrepen gedrag. Neem deze formulieren volgende week mee, zodat we ermee kunnen oefenen

Slide 7 - Tekstslide

Vervolgens .....
Na de observaties in kaart te hebben gebracht ga je de bevindingen bespreekbaar maken tijdens een bewonersbespreking of een MDO(multidisciplinair overleg) 
Wie zou jij allemaal uitnodigen voor een MDO? Klik hier->

Om een MDO succesvol te laten zijn is een goede planning nodig en een duidelijk voorzitter aanwezig die de agenda bewaakt. Deze voorzitter moet ervoor zorgen dat alle agendapunten en de deelnemende personen, voldoende aan bod komen. Zorg dus voor een duidelijke structuur en benoem deze aan de start van het MDO.

Een voorbeeld van een MDO zie je op de volgende slide.
Arts, psycholoog, zorgpersoneel, begeleidingspersoneel, overige disciplines (fysio, ergo, diëtist, etc), zorgvrager en/of familie.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Diagnosefase
Tijdens of na het MDO ga je met elkaar bedenken wat oorzaken van het onbegrepen gedrag zijn. Denk daarbij aan:
  • Lichamelijke conditie (pijn, ziektebesef)
  • Hersenaandoening (NAH of kenmerken van de vorm van dementie?)
  • Medicijngebruik (bijwerkingen?)
  • Psychische factoren (persoonlijkheid, levensloop, stemming, omgeving, etc)
Als je inzicht hebt, kun je met elkaar een doel formuleren om het gedrag te voorkomen, te verminderen, laten verdwijnen of accepteren. Maak het doel wel SMART en gebruik een positieve formulering. 

Ga hiermee oefenen. Je doelen mag je voorleggen tijdens de volgende bijeenkomst. 

Slide 10 - Tekstslide

Behandelfase
Nu je met elkaar het doel (doelen) hebt bepaalt, kun je gezamenlijk kijken naar wat er nodig is om het doel te behalen. Soms heb je hiervoor maar weinig interventies nodig (bv een bed verplaatsen omdat deze vroeger in de slaapkamer altijd voor het raam stond en nu niet), soms meerdere. Het is dan belangrijk dat je de volgende zaken helder hebt:
  • Wie gaat wat doen, wanneer, waar, hoe lang en hoe vaak?
  • Wie bewaakt de uitvoering?
  • Wanneer ben je tevreden over het resultaat?
  • Wat ga je meten en hoe ga je dat doen?

Leg deze afspraken vast in het zorgplan, zodat iedereen op de hoogte is. 

Slide 11 - Tekstslide

Rapporteren 
Om na een afgesproken periode te kunnen evalueren, zal iedereen die met de zorgvrager werkt in het zorgplan moeten rapporteren:
  • Was er een interventie nodig?
  • Hoe is de interventie toegepast?
  • Wat was het resultaat van de interventie?

In sommige organisaties word hierbij gebruik gemaakt van een stoplichtmethode

Slide 12 - Tekstslide

Stoplichtmethode
  • Fase groen: Ontspannen, het gaat goed met de persoon (stabiele situatie)
  • Fase oranje: Verlies van controle, openlijke spanning, agitatie (controleverlies)
  • Fase rood: Destructief gedrag (escalatie)

Slide 13 - Tekstslide

Oefening
Lees onderstaande casus goed door en probeer de stoplichtmethode toe te passen voor deze zorgvrager.
De heer Jongmans woont op een afdeling SomatiekPlus (zorgprofiel vv8). Hij is 83 jaar. Vorig jaar heeft hij een CVA gehad. Hij is passief en maakt weinig contact met anderen. Tijdens de zorg is het belangrijk zaken niet te snel te doen anders raakt hij van streek. Is hij eenmaal op dan zit hij meestal rustig en tevreden voor zich uit te kijken in de huiskamer, zijn koffie drinkend. Soms lukt hem iets niet en reageert hij heftig. Hij is dan snel geïrriteerd en vloekt, scheldt en slaat met zijn vuist op tafel. De heer Jongmans is dan niet voor rede vatbaar. Het team vindt dit gedrag erg onvoorspelbaar en vraagt zich af hoe zij daar het beste mee om kunnen gaan. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Interventies
Neem een casus uit de praktijk (verleden of recentelijk) en ga deze volgens het stappenplan uitschrijven tot aan de interventies. Neem alles mee naar de volgende bijeenkomst. We zullen dan middels een MDO met elkaar interventies gaan formuleren. 
Heb je geen voorbeeld, bedenk dat een voorbeeld van een zorgvrager met onbegrepen gedrag (eigen verzinsel dus). 




Slide 16 - Tekstslide