Unit 4: Oefentoets

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Unit 4: Oefentoets

Lees de zinnen. Vul dan het juiste woord in. Gebruik:
gig - haggle - harvest - leisure - make a difference - off - shovel - taxes
You can dig a hole in the ground with a(n) ____.

Lees de zinnen. Vul dan het juiste woord in. Gebruik:
gig - haggle - harvest - leisure - make a difference - off - shovel - taxes
Surfing is Catherine's favourite ____ activity.

Lees de zinnen. Vul dan het juiste woord in. Gebruik:
gig - haggle - harvest - leisure - make a difference - off - shovel - taxes
They've got tickets for a(n) ____ at the Empire Music Hall.

Maak de zinnen compleet. Gebruik de juiste Engelse vertaling van de volgende woorden:
afdeling zuivel - belangrijk - een hapje eten - platteland - rolschaatsen - stemmen - vee - vis en schelpdieren
You'll find cheese and milk at the ____.

Maak de zinnen compleet. Gebruik de juiste Engelse vertaling van de volgende woorden:
afdeling zuivel - belangrijk - een hapje eten - platteland - rolschaatsen - stemmen - vee - vis en schelpdieren
People ____ for a political party if they like their ideas.

Maak de zinnen compleet. Gebruik de juiste Engelse vertaling van de volgende woorden:
afdeling zuivel - belangrijk - een hapje eten - platteland - rolschaatsen - stemmen - vee - vis en schelpdieren
It's ____ that you can be yourself.

Toekomst: to be going to
Maak de zinnen af met de woorden tussen haakjes en een vorm van to be going to.
____ (she - to take) the bus into town?

Toekomst: to be going to
Maak de zinnen af met de woorden tussen haakjes en een vorm van to be going to.
Tess and Jacky ____ (to play) a game of tennis.

Heden: present simple of present continuous
Maak de zinnen af met de woorden tussen haakjes. Gebruik de present simple of de present continuous.
Indra sometimes ____ (to work) in her parents' bakery on Saturdays.

Heden: present simple of present continuous
Maak de zinnen af met de woorden tussen haakjes. Gebruik de present simple of de present continuous.
We ____ (not - to go) to the beach every summer.

Heden: present simple of present continuous
Maak de zinnen af met de woorden tussen haakjes. Gebruik de present simple of de present continuous.
Look! They ____ (to play) volleyball over there.

Vraagwoorden
Vul het juiste vraagwoord in.
____ are wellies? – Wellies are rubber boots.

Vraagwoorden
Vul het juiste vraagwoord in.
____ is your best friend? – My best friend is Mahon.

Hulpwerkwoorden
Vul het juiste hulpwerkwoord in. Kies uit:
can - can't - could - couldn't
I'm sorry Zach, but you ____ borrow my bike this afternoon. I need it myself.

Hulpwerkwoorden
Vul het juiste hulpwerkwoord in. Kies uit:
can - can't - could - couldn't
Mum and dad ____ come to my cricket match because they had to work.

Hulpwerkwoorden
Vul het juiste hulpwerkwoord in. Kies uit:
can - can't - could - couldn't
Do you know where Ivy is? – I'm not sure. She ____ be in the canteen.

Present simple, present continuous en hulpwerkwoorden
Vertaal de Nederlandse zinnen naar het Engels.
____ (Gaat Jane naar haar vrienden) in Ireland each holiday?
– I don't know.

Present simple, present continuous en hulpwerkwoorden
Vertaal de Nederlandse zinnen naar het Engels.
Where is Alec?
– Alec is busy right now. ____ (Hij is zijn kamer aan het schoonmaken).

Stel, je zit in de leerlingenraad op school, of je bent lid van een politieke jongerenpartij. Beschrijf in 40–55 woorden (in het Engels!) drie verschillende ideeën, voorstellen of problemen. Schrijf van elk op wat het is en geef er wat informatie over (bijvoorbeeld: hoe de situatie nu is, wat jij of anderen ervan vinden, of wat er volgens jou zou moeten gebeuren). Gebruik hele zinnen.

play.blooket.com