9 mrt 2020 3gym1

Willkommen! Heute...
1. Prüfung zurück  2. Wer war Goethe?  3. Wechselpräpositionen/WP > Welche?  Eselsbrücke? Raum: Wo oder Wohin?  Zeit: Wann?  Zweifel: 7/2  4. Hausaufgaben nachsehen  5. Für die nächste Stunde am 13. März
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Willkommen! Heute...
1. Prüfung zurück  2. Wer war Goethe?  3. Wechselpräpositionen/WP > Welche?  Eselsbrücke? Raum: Wo oder Wohin?  Zeit: Wann?  Zweifel: 7/2  4. Hausaufgaben nachsehen  5. Für die nächste Stunde am 13. März

Slide 1 - Tekstslide

Bitte ...
1. nimm dein Handy und lade den App LESSONUP hoch
2. stelle eine Verbindung zum Digitaltafel her
3. benutze dazu den Zifferkode.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Johann Wolfgang (von) Goethe ...
A
... schrieb Romane, Gedichte, Schauspiele
B
... war Politiker und Diplomat
C
... war Naturforscher und Philosoph
D
... war ein Alleskönner (homo universalis)

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Wer hat sich eine Eselsbrücke zum Einprägen dieser Reihe ausgedacht?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Die Katze liegt unter ... Bett
A
das (+4)
B
C
dem (+3)

Slide 9 - Quizvraag

René fährt in ... Stadt
A
die (+4)
B
C
der (+ 3)

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Maria sitzt .. Fenster
A
an das/ans (+4)
B
an dem/am (+3)

Slide 12 - Quizvraag

Ich hänge das Gemälde neben .. Tür
A
die (+4)
B
der (+3)

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Das Fest findet in ... Frühling statt
A
in den (+4)
B
in dem/im (+3)

Slide 15 - Quizvraag

Dieses Jahr fällt der 1 Mai auf ein.. Montag
A
einen (+4)
B
einem (+3)

Slide 16 - Quizvraag

Dus..
Wo?   >   zich bevinden op plaats & in toestand = +3
Wohin?  >  gaan/komen/brengen naar plaats of toestand = +4
Wann?  >  +3  (behalve auf & über)

Slide 17 - Tekstslide

MAAR WAT MOET JE HIERMEE?
Ik reis op eigen kosten  ('auf')
Hij leeft boven zijn stand  ('über')
De spelers hopen op de overwinning?   ('hoffen auf')
Zij is bang voor een klimaatsverandering  ('Angst haben vor')

Slide 18 - Tekstslide

Twijfelgevallen ontstaan bij...
Figuurlijk taalgebruik
&
werkwoorden en uitdrukkingen met vaste voorzetsels

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Dus bij twijfel..
7 vaste vrienden: an, hinter, neben, in, vor, unter, zwischen
&
2 lijdende broeders: auf, über  (AÜ!!)

Slide 21 - Tekstslide

Er freut sich über sein.. Sieg
A
seinem (+3)
B
seinen (+4)

Slide 22 - Quizvraag

Ich weiß nicht, was ich an .. habe
A
ihm (+3)
B
ihn (+4)

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Danke für eure Aufmerksamkeit
Hausaufgaben für Freitag 13. März:
K-4 > L-1/Üb-11 und L-2/Üb-1 machen

Slide 25 - Tekstslide